Negen nieuwe maïsrassen op rassenlijst

Een aantal rassen zijn voor het eerst opgenomen in de N-rubriek (nieuw aanbevolen). De eigenschappen van de rassen staan vermeld in de bijlage.
Twee groepen
Anders dan in de voorgaande jaren zijn de rassen van snijmaïs ingedeeld in twee groepen: zeer vroeg - vroeg en middenvroeg - middenlaat. De geschiktheid van rassen voor de teelt in Nederland wordt getest in een onderzoek per vroegheidsgroep. Het zijn twee gescheiden onderzoekssystemen, waarbij elk systeem bestaat uit zeven proefvelden op locaties die per groep verschillen. In elk systeem worden de nieuwe rassen vergeleken met de beste standaardrassen binnen de vroegheidsgroep. Uiteindelijk levert dat twee afzonderlijke rassenlijsten op. De resultaten in deze lijsten, die te vinden zijn in de tabellen 1 en 2, zijn niet met elkaar te vergelijken, omdat de standaarden (100=nivo) en de locaties niet met elkaar overeenkomen.
Vroegheid bij situatie kiezen
Bij de keuze van het snijmaïsras zal de teler dan ook eerst moeten besluiten welke vroegheid voor zijn specifieke situatie gewenst is. In Noord- en West Nederland zal dit hoofdzakelijk een ras uit de zeer vroege - vroege groep zijn. In Zuid-, Oost- en Midden-Nederland kan dit een ras uit beide groepen zijn. In geval van een kort groeiseizoen door late zaai of vroege oogst heeft ook hier een ras uit de zeer vroege - vroege groep de voorkeur. In alle andere gevallen kan ook uit de middenvroege – middenlate groep gekozen worden, waarmee over het algemeen een hogere opbrengst gerealiseerd kan worden.
Drogestofgehalte
Hoewel het optimale drogestofgehalte rond 35% ligt, moet in verband met het optreden van inkuilverliezen tenminste een drogestofgehalte van 28% bereikt worden. Streeft men naar een zeer hoog (bestendig) zetmeelgehalte, dan is de oogst aan te raden bij een drogestofgehalte van ten hoogste 38%. Een hoger drogestofgehalte nastreven is niet verstandig, omdat er grote kans is op stengelrot, een afnemende voederwaarde en een slechtere inkuilbaarheid met mogelijk broei. In die situatie is in ieder geval de keuze van een ras met een zeer hoge stengelrotresistentie aan te bevelen. Bij gelijke omstandigheden bereikt een ras uit de groep zeer vroeg – vroeg een drogestofgehalte van 28% gemiddeld twee tot drie weken eerder dan een ras uit de groep middenvroeg - middenlaat.
Klik hier voor de Aanbevelende rassenlijst 2013