Melkquota en fosfaatrechten bepalend voor ontwikkeling Nederlandse melkveestapel

In 1980 telde Nederland 5,2 miljoen runderen, waarvan 2,53 miljoen melk- en kalfskoeien. Na de invoering van de melkquota in 1984 daalde het aantal melkkoeien hard tot 1,47 in 2011, een daling van 42 procent. Het afschaffen van de melkquota in 2015 zorgde weer voor een toename van het aantal koeien tot 1,75 miljoen stuks. Vooruitlopende op de groei van de melkveestapel, als gevolg van het afschaffen van de melkquota groeide het aantal stuks jongvee tussen 2012 en 2015 met 149 duizend naar 1,34 miljoen stuks.

Fosfaat

De groei van de veestapel vanaf 2015 zorgde echter ook voor een toename van de fosfaatuitstoot in de melkveehouderij, waardoor Nederland meer fosfaat produceerde dan Europees was toegestaan. De invoering van het fosfaatreductieplan moest ervoor te zorgen dat de fosfaatproductie weer onder het Europese fosfaatplafond zou komen. Boeren werden door dit plan gedwongen vee van de hand te doen, met als gevolg dat het aantal stuks melkkoeien met 10 procent afnam tot 1,58 miljoen en het aantal stuks jongvee met 31 procent afnam tot 0,92 miljoen. In 2020 groeide de Nederlandse melkveestapel licht tot 1,59 miljoen melk- en kalfskoeien en 0,94 miljoen stuks jongvee.

Deze cijfers zijn afkomstig van het Compendium voor de leefomgeving. Klik hier voor een overzicht van alle sectoren.