De eerste snede blijkt zeer grof met weinig eiwit, wat nu?
Hoe is de kwaliteit van deze latere eerste snedes?
Nu de eerste onderzoeken binnendruppelen, lijkt er weinig tot zeer weinig eiwit in de rustig verteerbare kuilen te zitten. Het is zeer aannemelijk dat in veel gevallen een eiwitaanvulling nodig is, als deze eerste snede wordt aangebroken.
Aanvullen vanuit eigen ruwvoer
Om het eigen ruwvoer zo efficiënt mogelijk in te zetten kan het raadzaam zijn om de komende snedes wat pittiger te bemesten of in een eerder stadium te maaien. Op deze manier realiseer je bij groeizame omstandigheden een hoger ruw eiwit gehalte. Vooral wanneer kuilen gecombineerd gevoerd kunnen worden, kan dit een mooie aanvulling zijn. Kijk voor een juiste bemesting goed naar de beschikbare dierlijke- en kunstmestruimte van je bedrijf en benut en verdeel deze goed.
Kali
De meeste drijfmest wordt in het voorjaar uitgereden en zo wordt in die periode ook de grootste hoeveelheid kali gebracht. Voor de latere sneden wordt er vaak minder drijfmest uitgereden en daardoor ook minder kali. Kali is belangrijk voor een goede vochthuishouding in de plant, dus ook voor het transport van nutriënten. Het advies is om juist in de zomerperiode bij de kunstmestbestelling hier aandacht voor te hebben. Ook gezien het feit dat bij een zware eerste snede er al veel onttrokken is.
Nitraat
In de afgelopen jaren zagen we najaarskuilen met verhoogde niveaus aan nitraat voorbijkomen. Nitraat is stikstof in het geoogste product dat nog niet is omgezet naar eiwit. Op de kuilanalyse gaat dat vaak samen met een hoge onbestendig eiwit balans (OEB). Het verhoogde nitraat had onder andere met de weersomstandigheden te maken, maar kan ook voorkomen als laat voor het maaien nog wordt bemest met drijfmest of kunstmest.
Ons advies is om op tijd en verdund te bemesten. Zo krijgt het gras de tijd om dit om te zetten in een goede kwaliteit aan eiwit, waar de koe wat mee kan. Zeker wanneer je kiest voor een wat pittigere snede. Daarnaast is voor een goede kwaliteit aan eiwit een aantal dagen zon in het gewas, voor het maaien, een welkome aanvulling. Natuurlijk kan dat alleen als het weer dit toelaat.
De “pittigere” snedes die hieruit voortkomen, kunnen in de winterperiode wellicht mooi naast de rustige eerste snede gevoerd worden, zodat er minder eiwitaankoop nodig is.
Ben je nog aan het puzzelen, wat de beste aanpak op jouw bedrijf is met je ruwvoer? Kijk dan eens naar ons Ruwvoer Totaalplan of bezoek één van de vijf Ruwvoerdagen.
Tijdens deze dagen krijg je als melkveehouder inzicht en praktische tips van specialisten over bodem, bemesting en teelt. Goed inkuilmanagement en conservering van het ruwvoer zijn daarbij belangrijke factoren. Optimalisatie van de ruwvoerteelt om meer melk uit eigen ruwvoer te halen!