Gedwongen of vrij koeverkeer? Twee veehouders over hun ervaringen
Peer Claassen uit Beuningen (GD) melkt rond de 130 melkkoeien op twee melkrobots. Na 13 jaar opstallen, gaan de koeien sinds drie jaar weer de wei in. De huiskavel is 18,5 hectare groot en is verdeeld in twee grote blokken. Deze blokken zijn weer verdeeld in zes weiden waar de veehouder het roterend standweiden toepast.
Claassen weidt de koeien al vroeg in het voorjaar. „Ik begin in het voorjaar voorzichtig met een paar uur en bouw dit op. Gemiddeld kom ik wel op de zes uur per dag uit. Normaal gaan ze alleen overdag naar buiten. Maar zodra het warm wordt, gaan ze ’s morgens vroeg een paar uur en ’s avonds een paar uur de wei in.”
De veehouder past vrij koeverkeer toe en dit bevalt hem goed. „In het begin van het weideseizoen merk je dat de koeien groepsgedrag vertonen en ze allemaal tegelijk naar buiten of naar binnen willen. Op een gegeven moment wordt dat steeds minder en passeren uitgaande en naar binnen lopende koeien elkaar gewoon. Je hebt wel eens een paar ‘twijfelkoeien’ die vrij makkelijk weer met anderen mee naar binnen lopen. Daar stoor ik me niet zoveel aan. Ophaalkoeien zijn er sowieso weinig.”
Energierijk rantsoen binnen
Volgens Claassen Het is wel de bedoeling dat ze allemaal een paar uur weiden om voldoende eiwit binnen te krijgen. „Op stal voer ik een energierijk rantsoen met vrij veel snijmaïs. Dus als ze binnen blijven hangen kunnen ze weinig eiwit binnen krijgen. Daarom doe ik er wel alles aan om smakelijk gras aan te blijven bieden.” Op dit moment gaat het prima. Met een dagproductie van 36 kilo melk per koe en ruim 2.000 kilo melk per dag per robot, is de veehouder dan ook tevreden hoe het loopt.
Bij regen naar buiten
Het weidesysteem past het beste bij droge zomers. Bij wisselvallige weersomstandigheden is het lastiger, beaamt hij. „Bij regenachtige dagen kijk ik wel eens naar buienradar om te bepalen wanneer ik het hek los doe. Als het regent op het moment dat ze naar buiten gaan, dan blijven ze makkelijker weiden dan wanneer het begint te regenen als ze al in de wei lopen.”
Intensief weiden met robots
Geert-Jan van der Wal uit Urk (FL) melkt sinds drie jaar de 70 melkoeien met twee melkrobots. Een flinke overcapaciteit die hij graag benut om intensief te weiden. In totaal is er 27 hectare beweidbare oppervlakte.
Ook bij Van der Wal gaan de koeien al vroeg in het voorjaar naar buiten. De koeien moeten dan eerst door de robot waarna ze via een gangetje tussen de robots naar buiten kunnen. Vanaf ’s morgens vier uur mogen de eerste koeien de wei in. Rond een uur of 10 haalt de veehouder de koeien weer binnen. „Ik voer ze dan wat snijmaïs op stal”, vertelt hij.
Om 12 uur kunnen de koeien na robotbezoek voor de tweede keer naar buiten. Om 6 uur ’s avonds komen ze dan weer binnen. „Vrijwel alle koeien hebben dan minimaal zes uur weidegang gehad. Door het gedwongen koeverkeer hou je kuddegedrag in stand. Deze manier van werken kan alleen als je overcapaciteit hebt met de robots.” Het gemiddelde aantal melkingen is met 3,5 tot 3,6 keer per dag nog steeds hoog. In de winter ligt dat op 3,7 tot 3,8, zo laat hij weten.
Om de twee weken maaien
Van der Wal rekent dat de koeien ruim de helft van het ruwvoer uit weidegras halen. „Ik streef ernaar dat ze buiten zoveel mogelijk grazen en binnen liggen. Dat kan alleen als je elke keer vers gras aanbiedt. De koeien lopen hooguit twee keer in hetzelfde perceel en krijgen per dag twee keer een ander perceel. Ik ben bijna elke twee weken wel stukken aan het maaien.”
Bij extreme warmte schuift de weideperiode van de middag op naar de avond. „Ik wacht hier zo lang mogelijk mee omdat je ze dan uit hun ritme haalt. Dus alleen vanaf ongeveer 30 graden.”
