Omstandigheden komende dagen ideaal voor doorzaai

Het voorjaar leek zo vroeg te worden, maar het weer laat zich niet sturen. Een groot gedeelte van de 1e snede wordt de laatste dagen van mei en de eerste dagen van juni geoogst worden. Dit zal gelijktijdig zijn met de eerste percelen van de 2e snede! De snede die nu geoogst wordt zal in veel gevallen een hele zware snede zijn met vaak ook heel veel blad. Dit heeft gevolgen voor de hergroei. Jan van Middelaar, adviseur Management en Strategie bij PPP-Agro Advies: “Het leidt tot een vertraging in de hergroei, maar het grote voordeel nu in vergelijking met voorgaande jaren is dat nu de vochtvoorziening goed is. Ook zijn er voldoende voedingsstoffen beschikbaar voor het gras om een nieuwe start te maken. Verder geven de weersvoorspellingen redelijk gematigde temperaturen aan en geen schrale oostenwind. Allemaal pluspunten die bijdragen aan het herstel.”
Wanneer doorzaaien?
Door de vertraagde hergroei is er een groter risico op de ontwikkeling van meer onkruiden en slechte grassen. Van Middelaar: “Dit geldt zeker op de plekken waar, als nasleep van de droge jaren die achter ons liggen, de zode al wat meer open is.” Een algemeen advies om doorzaaien te overwegen is als er sprake is van meer dan 20% open plekken en/of maar 50-80% goede grassen. “Is dit het geval en kijk ik naar de huidige en voorspelde omstandigheden, dan is mijn conclusie dat de komende 7-14 dagen ideaal zijn om ‘vers bloed’ in te brengen. Doorzaaien dus”, aldus Van Middelaar. Bij de voorwaarden voor het slagen van doorzaaien horen vocht, voldoende temperatuur en weinig concurrentie van de oude zode. Van Middelaar: “Deze drie voorwaarden zijn nu alle 3 aanwezig, dus wat mij betreft een mooie kans. Wilt u deze kans aangrijpen, bestel dan op tijd het zaad en zorg dat de doorzaaimachine beschikbaar is.”
Bemesting
Voor percelen die worden doorgezaaid geldt het algemene advies dat de bemestingstoestand in orde moet zijn. Voor wat betreft de stikstofvoorziening kan het standaard bemestingsadvies voor grasland worden gevolgd gebaseerd op het stikstofleverend vermogen (NLV-waarde) van het doorgezaaide perceel. Sanne Janssen van OCI: “Is deze niet bekend, dan kan een grondmonster uitkomst bieden. Laat dan wel een monster steken van de laag 0-20 cm en niet alleen van de laag 0-10 cm. Voor de bemesting zelf is op dit moment in het seizoen in relatie tot de omstandigheden een KAS met 50% ammoniumstikstof en 50% nitraatstikstof de beste keuze.
Tekst: OCI, NutriNorm.nl