‘Tot 10 procent meer opbrengst mogelijk door te variëren met zaaidichtheid’

De basis voor dit platform zijn satellietopnamen van de maïspercelen. Door deze beelden te combineren met data uit het veld, maar ook met gegevens van een Europees weerstation, kunnen er voorspellingen worden gedaan maar ook plaatsspecifiek bewerkingen worden uitgevoerd. De zaaizaadfabrikant introduceert dit jaar bij sommige van zijn praktijkpartnerbedrijven het Agrility-platform. Vanaf volgend jaar wil het bedrijf het programma voor al zijn klanten beschikbaar stellen.
Oogstprognose
Productmanager Jan Roothaert legt uit: „Alle bruikbare satellietdata worden op het platform verzameld. Door zelf gegevens toe te voegen, zoals zaaidata, zaaidichtheid, grondsoort, wel of niet beregenen, worden de voorspellingen steeds nauwkeuriger. Daarbij kun je denken aan het verloop van het drogestofgehalte, waarbij het programma al ruim voor de oogst een prognose geeft voor de optimale oogstdatum. Daarnaast kan tijdens het seizoen de ontwikkeling van de bladmassa worden gevolgd. Daarop kunnen telers eventueel beslissingen nemen. Zo gebruiken sommige van onze praktijkpartners het platform om te bepalen wanneer ze beginnen met beregenen.”
Roothaert vertelt dat de veehouders ook inzicht krijgen in de opbrengstverschillen tussen percelen en de variatie binnen de percelen. Met taakkaarten kunnen bewerkingen plaatsspecifiek worden uitgevoerd. „Wij zien vooral perspectief in het variabel zaaien. Op plekken waar de maïs het minder goed doet, loont het om een lagere zaaidichtheid aan te houden, zodat de planten elkaar minder beconcurreren. Daar tegenover kan de zaaidichtheid hoger op plekken waar de maïs het bovengemiddeld goed doet.”
Praktijkervaring
Melkveehouder Joost van Nostrum teelt 15 hectare snijmaïs. Vorig jaar volgde hij al een van zijn percelen met Agrility. Dit jaar volgt hij twee van de grootste maïspercelen. „Het platform geeft heel mooi weer hoe het gewas groeit en waar de variaties zitten. Het is veelal een bevestiging van wat je op het oog ook ziet. Toch krijg je het nog beter in beeld. Zo hadden we in het perceel twee banen beregend en één baan niet, omdat we dachten dat de droogte daar nog wel meeviel. Maar op basis van de bladmassa konden we later goed zien dat er duidelijk verschil zat tussen wat wel en niet beregend was. Achteraf hadden we de derde baan toch moeten beregenen. Dit jaar wil ik tijdens het groeiseizoen vaker via het programma volgen hoe de groei verloopt. Daarmee hoop ik het optimale beregenings-moment beter in te kunnen schatten. Voor de oogstdatum varen we nog niet blind op het programma. We willen eerst meer ervaring opdoen. Maar voor de toekomst verwacht ik zeker dat het platform daar een belangrijke rol in gaat spelen. Ook denk ik erover om variabel te gaan zaaien. 5 tot 10 procent meer opbrengst moet dan mogelijk zijn. Daarnaast kan het bemesten en bespuiten meer plaatsspecifiek worden gedaan. Met spuiten zouden we dan op sommige plekken wel met een halve dosering toe kunnen.”
Een uitgebreid achtergrondartikel over het gebruik van satellietdata voor de gras- en maïsteelt is te lezen in de mei-uitgave van vakblad Melkvee. Klik hier voor een proefnummer of een abonnement.