Overgang naar wisselvallig weer met (zuid) westenwind

Dinsdagmorgen vroeg vroor het op veel plaatsen in Noord-Nederland in de polaire noordelijke stroming opnieuw. Op veel plaatsen heeft de teller tien vorstnachten (op normaal waarnemingshoogte) deze maand bereikt, een ongekend aantal.

De hoogtestroming is vanaf donderdag echter zuidwestelijk en na komend weekend waait de wind aan de grond ook niet meer uit noordelijke richtingen. Vrijdag is het vermoedelijk nog (bijna) een etmaal lang overal in Nederland helemaal droog. Maar daarna gaat er waarschijnlijk geen dag meer voorbij zonder regenval, al zijn de berekende hoeveelheden niet groot die met een (zuid) westenwind worden aangevoerd.

Donderdag de meeste regen

Het KNMI berekent een totaal van 30 mm tot en met zondag 9 mei. De meeste neerslag gaat waarschijnlijk donderdag vallen, al is de onzekerheid hierover nog groot. Dat heeft te maken met de precieze koers van een lagedrukgebied dat vanuit het zuidwesten over Nederland gaat trekken. Het KNMI schat de kans op meer dan 10 mm regen in op 20-40 procent. De kans op meer dan 3 mm is overal in Nederland groot (80%). Gezien het schrale zonnige weertype van dit moment en de neerslaghoeveelheden in maart en april kan de neerslag op veel plaatsen voorkomen dat er beregend moet worden.

Dat er een eind komt aan het koude aprilweer met overwegend noordelijke winden betekent niet dat het snel warmer wordt. Zomerse dagen met temperaturen van meer dan 20 graden komen niet in de langere termijn berekeningen voor, al komt het wel dichter in de buurt. De kans is aanwezig dat het weekend van 9 en 10 mei zomers gaat verlopen, met een naar zuid draaiende stroming.

Vooralsnog is er in ieder geval nog een paar dagen tijd om onder probleemloze omstandigheden maïs te zaaien.