‘Geen ruimte meer voor kostprijsstijgingen in de melkveehouderij’

Flynth vergeleek de gemiddelde resultaten over 2020 van melkveebedrijven met eerdere jaren. De kritieke opbrengstprijs voor de melk ligt op bijna 37,5 cent. Met een gemiddeld negatieve marge van bijna 1 cent. Het is het derde jaar op rij dat de kritieke opbrengstprijs voor een kilo melk boven de 37 cent uit komt.
Zowel variabele als vaste kosten gestegen
De kosten per kilo melk stijgen jaar op jaar, concludeert het boekhoudkantoor. Diverse kosten bereikten het hoogste niveau in 5 jaar. Door gestegen toegerekende kosten waren de saldo’s van opbrengsten min toegerekende kosten veelal lager dan het vijfjarig gemiddelde. Maar ook de vaste kosten zijn gestegen.
De reserveringscapaciteit (geld beschikbaar voor aflossingen en vervangingsinvesteringen) lag op 5,78 cent per kg melk. Flynth laat weten dat banken graag minimaal 7 cent ziet. Bij verouderde gebouwen en machines zien banken de reserveringscapaciteit het liefst nog hoger.
Rente
Scholte maakt zich zorgen over de kostprijsontwikkeling in de melkveehouderij. „De marge geeft geen ruimte meer voor kostprijsstijgingen. De enige post die de afgelopen jaren daalde, is de rente. Dat geeft nog wat lucht. Het mooiste is om deze ruimte te benutten om extra af te lossen. Maar die ruimte is er vaak niet. Voorlopig ziet het er nog niet naar uit dat de rente gaat stijgen. En dat is maar goed ook. Want anders ontstaan er stevige problemen.” Hij geeft overigens wel aan dat de verschillen tussen bedrijven groot zijn. „Er zijn ook bedrijven die financieel prima draaien.”
‘Kijk naar rendement en terugverdientijd’
De bedrijfsadviseur krijgt regelmatig te horen dat de bank niets wil financieren. Toch ziet hij banken nog wel degelijk geld lenen aan melkveebedrijven. „Banken kijken wel veel kritischer naar de plannen. Veehouder moeten een goed verhaal hebben en er wordt meer gekeken naar het rendement en de terugverdientijd van de investering. We komen in de praktijk nog veel plannen tegen die niet goed genoeg zijn.”