‘Snijden of kneuzen bij zomerstalvoeren kan voor vetdaling zorgen’

Volgens Maalderink komen de voedingsstoffen bij snijden en/of kneuzen sneller vrij. Omdat vers gras voeren vaak al zorgt voor een lager vetgehalte, adviseert hij om het gras zoveel mogelijk intact te laten.
Om broei te voorkomen luidt het advies om het gras zo droog mogelijk te maaien en over het gemengde rantsoen te voeren. „Wanneer het verse gras toch door het rantsoen gemengd wordt, is het belangrijk om twee keer per dag te voeren”, aldus Maalderink. De TMR-specialist raadt aan om abrupte wisselingen in het krachtvoer te voorkomen. „Stuur de hoeveelheid eiwit in het rantsoen niet te snel bij. Houd de eiwitgift de eerste dagen constant.” Wanneer de grasgroei of de graskwaliteit tegenvalt, is het advies om een ‘plan B’ te hebben en een graskuil of balen achter de hand te houden.
Tips voor op het land
In het land waarschuwt Maalderink voor te laat bemesten, stompe messen en molshopen. „Bemest de zode direct na het maaien. Zo is de kans dat er mest meegroeit het kleinst. Een molshoop kan een hele wagen gras versmeren.” Hij wijst erop dat de stoppel best iets korter mag ten opzichte van het maaien voor het inkuilen. „Vooral bij een nieuwe perceel mag de stoppellengte wat korter. Hierdoor komt het gras goed mee in de opraapwagen.”
Verder noemt de specialist nog de bekende drie R’s; rust, ritme en regelmaat. „Zorg voor rust in de stal en schuif het voer regelmatig aan. Voer altijd op dezelfde tijden en probeer het grasaanbod constant te houden. Varieer niet te veel in graslengte.”

Tekst: Sjouke Jacobsen
Begon na de HAS zijn loopbaan in de fokkerij en veevoedingsbranche. Sinds 2014 werkzaam voor Agrio, vanaf 2022 als freelance vakredacteur. Benut zijn praktijkervaring in de melkveehouderij voor Melkvee.nl en Vakblad Melkvee.
Beeld: Ellen Meinen
Bron: ForFarmers