Fleckvieh is laatrijp

„Toen we begonnen hadden we het idee dat we een beetje productie moesten inleveren, maar dat de productie op peil zou blijven omdat de koeien ouder zouden worden. Maar het valt dus erg mee met de productiedaling.”

Schoonvelde heeft gemerkt dat er in de vaarzen nog wel wat spreiding zit en adviseert daarom vooral op melkstieren in te zetten. „Bij melkstieren heb je minder tegenvallers, omdat de dochters die naar de vader trekken dan ook nog genoeg produceren. En Fleckvieh geeft sowieso wel bespiering.”

Schoonvelde merkt op dat kruislingen met een lage vaarzenproductie vaak als tweedekalfs een flinke productiestijging laten zien. „Het is dan ook jammer als je dieren te vroeg weg doet vanwege een lage productie. Omdat ze goed bevleesd zijn brengen ze weliswaar goed geld op, maar vaak komt de productie later nog wel.”

De oudste Fleckvieh-kruislingen in Koekange zijn zes- of zevendekalfs. „Bij Fleckvieh heb je veel minder uitval, want er is nauwelijks slijtage. In de kruislingen zit een bepaald soort hardheid, die je bij zuiver Fleckvieh niet hebt”, meent Schoonvelde, die een driewegkruising voorstaat. „De koeien hebben een heel ander soort uier en naar de Nederlandse fokwaarden hoef je dan ook niet te kijken, wat ook geldt voor de levensduur. Wel adviseren wij goede uierstieren te gebruiken. Een verdringingskruising met Fleckvieh raad ik af, omdat je daarmee de Holstein-invloed, namelijk de uiervorm en het melkvolume, weggooit en de heterosis ook.”

„Fleckvieh is laatrijp en daarom past de combinatie met de vroegrijpe Scandinavische Roodbonte goed. Omdat de draagtijd wat langer is, adviseren wij op Holstein-pinken geen Fleckvieh te gebruiken, maar Scandinavisch Roodbont”, aldus Schoonvelde, op wiens bedrijf de tussenkalftijd is teruggelopen van 430 naar vierhonderd dagen.

„Fleckvieh moet je niet te vroeg insemineren, anders moet je ze droogzetten met dagproducties van wel30 liter. En tijdens de droogstand moet je ze niet te rijk voeren, anders groeien de kalveren in het laatste deel van de dracht te snel.” Schoonvelde dankt de kracht van de Fleckvieh-kruislingen aan het vlees op de koeien. „Het zou voor de Holstein-fokkerij ook goed zijn, vlees erop fokken.”