Snijmaïs geeft hogere methaanemissie in mest dan grasrantsoen

De proef is van oktober 2019 tot januari 2020 uitgevoerd in de speciale emissiestal van DairyCampus. 64 koeien werden verdeeld in vier groepen. Twee groepen kregen een TMR rantsoen met volledig graskuil, aangevuld met krachtvoer. De twee andere groepen kregen een TMR rantsoen met 80 procent snijmaïs en 20 procent graskuil, eveneens aangevuld met krachtvoer. Halverwege werden de groepen gewisseld en werd een tweede meetronde gedaan.
Lagere verteerbaarheid maïsstengel
Uit de voorlopige resultaten blijkt dat de enterische methaanemissie (wat de koe uitademt) 11 procent lager ligt op het maïsrijke rantsoen. De methaanemissie uit de mestopslag is daarentegen 34 procent hoger bij de koeien die veel snijmaïs kregen. De onderzoekers geven nog geen antwoord op de vraag welk rantsoen de hoogste totale methaanemissie geeft.
Wel concluderen de onderzoekers dat er meer organische stof in de mest bij het snijmaïsgevoerde rantsoen zat. Dit is te verklaren door de lagere verteerbaarheid van de maïsstengel ten opzichte van gras. Dit zou de hogere methaanemissie kunnen verklaren.
Minder ammoniakemissie bij veel snijmaïs
Naast de methaanemissie keken de onderzoekers ook naar de ammoniakemissie tussen grasgevoerde en maïsgevoerde koeien. De berekende uitstoot van ammoniak lag bij de groepen die veel snijmaïs kregen beduidend lager (-43 procent). Dit is het gevolg van een lager aandeel ruw eiwit in het snijmaïsrantsoen.
De onderzoekers hebben de gemeten emissies van ammoniak tijdens afwezigheid van de koeien gezien als referentiewaarde, namelijk als ammoniakemissie uit de mestopslag die ook vrijkomt tijdens de aanwezigheid van de koeien. Wanneer hiervoor gecorrigeerd wordt tijdens de aanwezigheid van de koeien, blijft de emissie van ammoniak over die representatief is aan het moment dat urine en mest met elkaar in contact komen.