Blik op de kalender vraagt om aandacht voor kroonroest

Problemen met kroonroest zie je met name in zodes met een groot aandeel Engels raaigras. Onderzoek heeft uitgewezen dat tetraploïd Engels raai minder gevoelig is dan diploïd. Elk ras heeft overigens een bepaalde mate van resistentie tegen kroonroest. Houd hiermee rekening bij de rassenkeuze als je een perceel doorzaait of opnieuw inzaait. In de rassenlijst vind je een overzicht van de resistentiecijfers.
Klaver aan zode toevoegen
Behalve een gerichte rassenkeuze van Engels raaigras kan als extra afweging het al dan niet toevoegen van klaver worden meegenomen. Klaver zorgt niet alleen voor een verbetering van het bodemleven en de bodemstructuur op lange termijn, ook stijgt de bodemvruchtbaarheid (bijv. hoger N-leverend vermogen) en zorgt onder andere het stikstofbindend vermogen voor een verminderde gevoeligheid voor kroonroest. Voor het verkrijgen van een goed producerend en uniform perceel is het advies zowel witte als rode klaver te zaaien. Rode klaver is minder gevoelig voor droogte en witte klaver is de noodzakelijke component voor uniformiteit. Witte klaver kan zich, in tegenstelling tot rode klaver, namelijk verspreiden zodat plekken met een matige stand worden ingevuld. Optimaal is een grasklaverperceel met ongeveer 70% rode en 30% witte klaver. Om een perceel goed in balans te houden, is het belangrijk lichte sneden (< 2 ton ds) af te wisselen met zwaardere sneden (>3,5 ton ds). Behalve klaver kan ook timothee aan de zode worden toegevoegd. Timothee staat er niet alleen bekend om van zichzelf een smakelijke grassoort te zijn, ook beschikt het over een relatief sterke stengel die legering van het totale grassenbestand en daarmee kroonroest beperkt. Timothee zelf is niet gevoelig voor kroonroest.
Probeer gras zo veel mogelijk aan de groei te houden
Zo lang het gras aan het groeien is, is de kans op kroonroest beperkt. Laat het echter niet te lang worden; maai en/of beweid regelmatig. Een perceel met een dichte zode c.q. met lang gras droogt slechter en daarmee vergroot je het risico op kroonroest. Om het perceel aan de groei te houden is uiteraard voldoende vocht mogelijk, maar is er ook nog wat te sturen met bemesting. Zeker op de zandgronden is het in deze tijd van het jaar belangrijk dat de kalitoestand op peil is. Ook een kleine stikstofgift draagt bij aan een groei-impuls. Dit laatste onderstreept het belang om eventueel klaver aan sommige van je percelen toe te voegen. Hiermee creëer je ruimte om in de tweede helft van het groeiseizoen op percelen zonder klaver nog een keer stikstof (KAS) te strooien. Mocht je onverhoopt toch getroffen worden door een kroonroestaantasting, dan is het advies om het perceel schoon te maaien. Hiermee wordt niet alleen het aangetaste gras afgevoerd, maar wordt bovendien de groei van etgroen weer gestimuleerd. Spuit de maaier na afloop schoon om sporenoverdracht op andere percelen te voorkomen.
Tekst: OCI Agro, NutriNorm.nl