
'Meer eiwit van eigen grond door akkerbouwmatige grasteelt'

Dit jaar wordt pas echt duidelijk wat een goede graslandsamenstelling waard is, ziet loonwerker Dave te Woerd in het veld. Twee extreem droge en hete zomers op rij hebben hun sporen nagelaten, de verschillen zijn groot. “Sommige percelen herstellen zich goed, in andere stukken staan de gaten in de grasmat vol met ongewenste grassen en onkruid. Dat wordt natuurlijk voor een deel bepaald door de grond, maar je ziet ook duidelijk dat nieuwere percelen gemiddeld beter bestand zijn tegen de droogte.” Te Woerd is bedrijfsleider van loonbedrijf Wopa in Zieuwent, in het oosten van de Achterhoek.
Vooruitgang in productiviteit, voederwaarde en gezondheid
Teeltadviseur Ria Wolters van zaaizaadleverancier WPA Robertus zegt dat onderhoud zorgt voor een beter herstelvermogen van de zode. “Met graslandvernieuwing of doorzaai breng je niet alleen het aandeel goede grassen op niveau, ook de eigenschappen zijn beter. Zaaizaadbedrijven zoals LG maken voortdurend stappen vooruit op het gebied van productiviteit, voederwaarde en gezondheid. Daar profiteer je van, met een mengsel waarin nieuwe rassen en soorten zijn verwerkt.”
Zowel de loonwerker als de zaaizaadleverancier merken dat melkveehouders meer aandacht krijgen voor graslandkwaliteit en -onderhoud. Logisch, vindt Te Woerd. ”Grond is duur, voor een optimaal rendement moet je zoveel mogelijk goed ruwvoer ervan af halen. Juist in de huidige tijd is dat belangrijk.”
Verschuiving naar meer weiden
Er zijn ook verschuivingen in de mengselkeuze. “Tot een paar jaar geleden zaaiden we bij onze klanten veel maaimengsels. In de afgelopen twee jaar is er een verschuiving naar weiden. Daar zie je de invloed van zuivelcoöperaties, die weidegang stimuleren en bijzondere melkstromen met extra toegevoegde waarde opzetten, zoals PlanetProof”, zegt Te Woerd. “Ik verwacht dat ook de vraag naar klaver gaat groeien. Tot voor kort liepen melkveehouders in onze streek daar nog niet echt warm voor, maar ik denk dat dit gaat veranderen.”
Wolters beaamt dat. Het natuurlijke stikstofbindende vermogen van klaver is een welkome aanvulling op de beperkte bemestingsruimte en helpt melkveehouders hun stikstof optimaal te benutten, zegt de teeltadviseur.
Graslandkruiden
Verder zijn kruidenrijke mengsels aan een voorzichtige opmars bezig. Graslandkruiden passen in programma’s voor agrarisch natuurbeheer en bij de bijzondere melkstromen in de zuivel. Maar dat is niet de enige reden, stelt Wolters.
De variatie in de graslandsamenstelling heeft ook andere voordelen. “Bepaalde plantensoorten zijn goed voor de gezondheid en vruchtbaarheid van het vee. Er zijn ook kruiden en grassoorten die de droogtegevoeligheid van de zode of de draagkracht van de bodem verbeteren.”
De voordelen van klaver en kruiden komen niet vanzelf. Het handhaven van de goede soorten in de grasmat vraagt aandacht en doet een beroep op vakmanschap, benadrukt Wolters.
Doelgericht teeltplan
Er valt nog een wereld te winnen als melkveehouders hun graslandbeheer meer doelgericht en gestructureerd gaan uitvoeren, zoals akkerbouwers werken met een bouwplan. Van graslandbeheer naar een planmatige teelt van hoogwaardig ruwvoer. “Simpel gezegd had een melkveehouder vroeger blijvend grasland en daar paste hij goed op. Gras werd pas vernieuwd als het aandeel goede grassen te ver was gedaald. Wanneer je als melkveehouder gras gaat telen op een akkerbouwmatige manier, kun je er veel meer uit halen. De uitdaging is méér eiwit uit voer van eigen grond en een betere benutting van stikstof. Een planmatige aanpak kan enorm veel bijdragen.”
Wat houdt dat in? “Wij adviseren melkveehouders goed na te denken over de mogelijkheden van elk perceel en het doel waarvoor je het inzet. Met een teeltplan bepaal je welke percelen belangrijk zijn voor het weiden en waar je wilt maaien. Je bedenkt bijvoorbeeld ook waar je gras met extra structuur wilt laten groeien; of een mengsel met rode klaver voor een hoge eiwitopbrengst. En je kunt ook bepalen of je mogelijkheden hebt voor kruidenrijke stroken of percelen.”
Kringlopen
In een planmatige aanpak past ook wisselteelt, voegt loonwerker Te Woerd toe. In samenwerking met akkerbouwers kunnen melkveehouders maïs, gras en gewassen zoals bieten en aardappelen afwisselen. Vruchtwisseling biedt voordelen voor de bodemgezondheid en de benutting van organische stof en nutriënten. “We moeten allemaal naar meer gesloten kringlopen, waarbij we met minder inputs toch een hoge opbrengst van het land halen.”
Voor het verlagen van de inputs in de melkveehouderij speelt de ruwvoerproductie een sleutelrol, met name grasland. Te Woerd: “Gras is de basis voor een goed, economisch duurzaam rantsoen. Het bevat volop eiwit en VEM. Als je veel gras van het land haalt, kun je met minder brok toe. Daarmee houd je ook de kostprijs in de hand. Voorwaarde voor dit alles is goed gras in de wei - of vers voor het voerhek - en een perfect product in de kuil“, stelt hij. “Als loonwerkers faciliteren we dat graag.”