
Wat als uw stierkalveren niet worden opgehaald?

Afmesten en fosfaatrechten, mestboekhouding en vergunning
Er zijn geen extra fosfaatrechten nodig voor kalveren die bestemd zijn voor vlees als deze in de dierregistratie op productiedoel vlees worden gezet. In CRV Veemanager kunt u dit vinden via Detail Dier, tabblad registratie, productiedoel ‘Melk’ vervangen door ‘Vlees’.
In de mestboekhouding worden de kalveren van 14 dagen tot 3 maanden geregistreerd in diercategorie 115 (startkalveren voor rosévlees of roodvlees) en vervolgens in categorie 116 (rosékalveren 3-8 maanden) of categorie 122 (roodvlees vanaf 3 maanden tot slacht). Uiteraard moeten de dieren ook binnen de huidige Omgevingsvergunning passen.
Huisvesting tijdens en na melkperiode
De huisvesting is in de melkperiode vergelijkbaar met die voor fokkalveren. Bij een hoger aantal kalveren op het bedrijf moet u extra letten op overbezetting en een hogere infectiedruk. Reinig en ontsmet eenlingboxen en iglo’s na ieder kalf en zet eenlingboxen na het schoonspuiten bij voorkeur zo lang mogelijk buiten. Er zijn handige producten om de boxen en iglo’s te reinigen, zoals Supercalco Poederkalk.
Na de melkperiode kunnen de kalveren op het volledige rooster geplaatst worden, mits de spleetbreedte geschikt is voor de leeftijd van de dieren. Vleeskalveren kunnen ook op roosters met ligboxen gehuisvest worden. Bij stierkalveren is extra aandacht nodig voor een droge ligplaats omdat halverwege de ligplaats geürineerd wordt. Een natte ligplaats kan leiden tot een ontsteking van de urinewegen.
Voeding bij afmesten van stierkalveren
Voor het afmesten van stierkalveren is de voeding vergelijkbaar met die van fokkalveren, maar is ook weer op veel fronten anders. In de eerste fase ligt de focus (net als bij fokkalveren) op maximale karkasgroei. Daarbij is ook in de eerste fase al vleesaanzet wenselijk, zonder de dieren te laten vervetten. Om dit te bereiken wordt een hoger energie- en zetmeelgehalte aangehouden. In de tweede fase is het doel een maximale vleesaanzet en een correcte vetbedekking. In deze fase wordt het verschil in energie- en zetmeelniveau ten opzichte van voer voor de fokkerij groter.
Voorbeeld van een voerschema
-
Melkperiode
Hetzelfde melkschema als voor de fokkalveren kan aangehouden worden. Voer in de eerste 6 tot 8 weken tweemaal daags melk volgens het poederschema met minimaal 150 gram melkpoeder per liter. Verstrek daarna een week lang één keer per dag melk. Spenen kan bij een krachtvoeropname van minimaal 1,5 kg. Verstrek vanaf de tweede week fris water en start met Kalverstructuurmix Compleet van AR (AgruniekRijnvallei). Deze structuurmix bevat geplette gerst, maisvlokken en bietenpulp en is erg smakelijk en stimuleert de pensontwikkeling. Hiernaast kunt u kort gehakseld stro of hooi aanbieden.
-
Groeifase
Afhankelijk van de gewenste groei kan vanaf de 6e tot de 12e week overgeschakeld worden op een groeirantsoen bestaande uit snijmais in combinatie met Vleesveebrok Groei ER Uniek en kortgehakseld stro. Globale richtlijn hierbij is op productbasis 60% snijmais, 35% Vleesveebrok Groei ER Uniek en 5% kortgehakseld stro.
-
Afmestfase
Het rantsoen in de afmestfase moet meer energie en zetmeel bevatten. Daarnaast is het mogelijk het groeirantsoen te blijven voeren en aan te vullen met bijvoorbeeld geplette gerst, geplette tarwe of maismeel (afhankelijk van onder andere de kwaliteit en verteringssnelheid van de snijmais).
Regel tijdig de afzet
Uiteraard is het belangrijk om tijdig afzet te vinden voor uw dieren, zeker in de huidige marktsituatie. Een geslaagd afmesttraject begint met de vraag wat de wens is van de afnemer wat betreft leeftijd, gewicht en vetbedekking.
Meer info
Wilt u meer weten? Neem dan gerust contact op met Harm van Hattem of laat uw gegevens achter via het contactformulier.
Tekst: Harm van Hattem