‘Lasagnekuilen helemaal niet zo ideaal’

„Bij het inkuilen moeten alle inspanningen erop gericht zijn om een zo best mogelijke kuil te maken, binnen de gegeven omstandigheden. Het tussentijds openen van de kuil zorgt echter voor extra verliezen. Het is beter om alle partijen apart in te kuilen in langwerpige smalle kuilen. Daarnaast resulteren lasagnekuilen vaak in een te lage voersnelheid”, stelt Van Zwieten.
‘Gewone’ rijkuil ondergewaardeerd
De voerspecialist is op zich wel voorstander van sleufsilo’s maar vindt dat ruikuilen zonder wanden nog wel eens worden ondergewaardeerd. „Sleufsilo’s zijn mooi, maar als er voldoende ruimte is, kun je graskuilen ook prima op kuilplaten inkuilen. Maak de zijkanten dan niet te steil en dek na het inkuilen direct af, het liefst met een laag grond erop. Veehouders kunnen ook investeren in apparatuur om het open maken van de kuil eenvoudiger en arbeidsvriendelijker te maken.”
Makkelijker sturen
Volgens van Zwieten is een ander groot voordeel van alle partijen apart inkuilen, dat veehouders het rantsoen veel makkelijker kunnen sturen. „Je kunt, indien nodig, de verhoudingen in het rantsoen aanpassen. Dit zorgt voor een hogere ruwvoerbenutting en kan krachtvoeraanvoer besparen en ook aankoop van structuur zoals hooi en stro.”
Ook over onder andere de veldperiode, haksellengte en het toepassen van klaver heeft Van Zwieten een duidelijke mening. Een uitgebreid interview met de onafhankelijk voeradviseur is te lezen in de maart-editie van vakblad Melkvee. Klik hier voor een proefnummer.