Definitieve cijfers maïskuilen 2019: Gemiddelde voederwaarde, goed geconserveerd

Dit blijkt uit de definitieve cijfers van Eurofins Agro van alle snijmaïskuilen van 2019.
Opvallend genoeg ligt de voederwaarde van de maïs over 2018 en 2019 op hetzelfde niveau. Kenmerkend voor de snijmaïs van 2019 is het lagere aandeel ruwe celstof (167 gram), de iets lagere plantverteerbaarheid (NDF: 347 gram) en het hogere aandeel bestendig zetmeel (107 gram) in vergelijking met het vijfjarig gemiddelde.
De kuilen zijn over het algemeen goed geconserveerd. Eurofins wijst hierbij naar het bovengemiddelde aandeel melkzuur van 59 gram per kilo droge stof. Dit is fors boven het vijfjarig gemiddelde van 52 gram. Het suikergehalte ligt wat lager dan vorig jaar. Daaruit wordt geconcludeerd dat de aanwezige suikers goed zijn omgezet naar melkzuur.
Weinig verteringsproblemen
Over het algemeen worden er weinig problemen gemeld over de vertering van de snijmaïs. Incidenteel zijn er wel bedrijven waarbij de snijmaïs minder goed wordt benut. Vaak heeft dit een aanwijsbare oorzaak. Zo zijn er, met name in het oosten van het land, nog wel wat percelen door de droogte te vroeg geoogst. Andersom is er ook maïs te laat geoogst vanwege de natte omstandigheden in het najaar. Beide situaties kan tot problemen in het rantsoen leiden.
Klik hier voor een overzicht van de maïskuilen van de afgelopen vijf jaar.