‘Weerbeeld redelijk stabiel, geen paniek met bemesten’
De bodemtemperatuur ligt nog steeds onder de 8 graden, de temperatuur waarop de grasgroei echt op gang begint te komen. Vanaf begin februari meet voercoöperatie AgruniekRijnvallei in samenwerking met inkooporganisatie CropSolutions de bodemtemperatuur op verschillende plekken in het land. Op dit moment schommelt de bodemtemperatuur tussen 5 en 7,5 graden Celsius, gemeten op 16 maart tussen 7.00 en 8.00 uur ’s morgens en op 10 centimeter diepte.
Weinig neerslag verwacht
Dat de bodemtemperatuur achter blijft, blijkt uit ook uit de grasgroei. Op de meeste percelen is de grasgroei de afgelopen weken nauwelijks toegenomen. Door het droge weer van afgelopen week is het land beter begaanbaar en ziet een deel van de veehouders kans om (weer) drijfmest uit te rijden. Anderen wachten nog even. De vooruitzichten lijken tot volgende week woensdag stabiel met nauwelijks neerslag. Daarna is de kans op regen iets groter, hoewel de weermodellen ook dan geen grote hoeveelheden neerslag verwachten. Na een aantal dagen met bovengemiddelde temperaturen, gaat de temperatuur weer wat dalen met geregeld nachtvorsten. Dit zijn gemiddelde waarden voor de maand maart. Echt groeizaam weer lijkt het voorlopig nog niet te worden.
Geen paniek voor maaipercelen
Maaipercelen die voldoende afgedroogd zijn en waar nog niet veel gras staat, kunnen nog gewoon bemest worden met drijfmest en kunstmest. De tijd tussen drijfmest en kunstmest is bij voorkeur een week. Voor aangezuurde meststoffen is deze regel minder belangrijk. Dit kan vrij snel na het drijfmest uitrijden op het land gebracht worden. Eventueel kan de kunstmest ook voor drijfmest uitgereden worden.
Het advies is om percelen die door de droogte of muizenschade een open zode hebben, niet te zwaar te bemesten en zo mogelijk eerst te weiden of te streven naar een lichte maaisnede. Op die manier kan de zode zich beter herstellen.
Lang gras, geen mest
Er zijn echter ook percelen waar al flink wat gras staat. Vooral in het noorden zijn er relatief veel percelen met lang gras. Adviseurs raden met klem aan om dit gras niet meer te bemesten met drijfmest. Volgens ruwvoeradviseur Piet Riemersma van Van Iperen is de kans groot dat mest met het gras mee omhoog groeit met vervuiling in de graskuil tot gevolg. „Dit werkt heel nadelig voor de conservering van de kuil. Een goede optie is om deze percelen eerst te beweiden."
Drijfmest op weidepercelen is sowieso niet verstandig meer. De drijfmest heeft onvoldoende tijd om in te werken wat de smakelijkheid negatief beïnvloed. Het gras is al te lang om te weiden als de mestresten weg zijn.
Dit artikel is tot stand gekomen in samenwerking met de partners van Topkuil. Dit betreffen: Eurofins Agro, OCI Agro, Van Iperen, Countus, Reesink Agri en Plantum.

Tekst: Sjouke Jacobsen
Begon na de HAS zijn loopbaan in de fokkerij en veevoedingsbranche. Sinds 2014 werkzaam voor Agrio, vanaf 2022 als freelance vakredacteur. Benut zijn praktijkervaring in de melkveehouderij voor Melkvee.nl en Vakblad Melkvee.
Beeld: Agrio archief, AgruniekRijnvallei