‘Nederlandse veehouderij op een keerpunt, schaalvergroting niet meer de norm’

Dit was de conclusie tijdens een bijeenkomst van Koeien en Kansen -melkveehouders en Jaap Gielen, specialist melkveehouderij van Countus.
‘Kostprijs 10 cent hoger’
Schaalvergroting is in een paar jaar tijd duur geworden, stelde Gielen. Met name de komst van fosfaatrechten, maar ook de regelgeving rondom grondgebondenheid spelen hierbij een rol. Daarom krijgt groei een minder prominente plaats in de melkveehouderij.
Om de hoge kosten die nu aan groei verbonden zijn te illustreren, vergeleek Gielen de kosten van de groei die melkveebedrijven doormaakten in de periode 2000 tot en met 2015. In deze periode is het gemiddelde aantal koeien per bedrijf met 72 procent gestegen tot 91 koeien. De melkprijs steeg ook, met 18 procent naar gemiddeld 38,20 euro per 100 kilogram.
De specialist beredeneerde wat de gemiddelde groei gaat kosten als de sector tot 2030 dezelfde groei doormaakt als in de periode tussen 2000 - 2015. Daarbij nam hij als uitgangspunt dat de intensiteit van melkproductie op het bedrijf niet toeneemt. Meer melk betekent dus ook meer grond. De conclusie was dat deze groei eigenlijk niet terug te verdienen is met de huidige melkprijzen. De kritische melkprijs zal dan binnen een aantal jaren met ruim 10 cent per kilogram melk stijgen. Zonder forse stijging van de melkprijs, is deze kostprijsverhoging eigenlijk niet goed te maken.
‘Dubbel ongelijk speelveld’
Gielen stelt dat er met het fosfaatrechtensysteem (te)veel kapitaal uit de landbouw vloeit, wat niet kan worden gebruikt voor verduurzaming en innovatie. „De eisen aan de productie nemen toe. Denk aan klimaat/milieu en volksgezondheid. De wereldvraag naar zuivel groeit, maar de productieruimte in Nederland krimpt. De (internationale) markten bepalen de melkprijzen. Nederland ervaart een dubbel ongelijk speelveld: de kosten voor het voldoen aan milieu- en klimaatmaatregelen zijn hoog en de melkveehouderij in het buitenland kent minder strikte eisen dan in Nederland. De export van zuivelproducten zal blijven, naar verwachting meer producten met toegevoegde waarde vanuit Nederland en afname van ‘bulkproducten’. Maar het is de vraag of de buitenlandse consument gaat meebetalen aan duurzame productie in Nederland.”
Meer dan schaalvergroting
De koeien en kansen- veehouders denken dat er meer mogelijkheden zijn om het inkomen van hun eigen bedrijf te kunnen vergroten. Het is een zoektocht naar verdienmodellen waarbij duurzaamheidsprestaties beloond worden, met hogere opbrengsten als resultaat, of extra ontwikkelruimte. Daarnaast blijven kostenbesparing en bedrijfsoptimalisatie nog steeds erg belangrijk om in de nabije toekomst een goed inkomen te halen. De Koeien en Kansen- boeren zien met het geschetste speelveld nog volop toekomst voor hun bedrijf.
Gemiddeld 150 melkkoeien in 2030
Ondanks dat groei naar verwachting niet meer de norm wordt, denkt Gielen dat het gemiddeld aantal melkkoeien per bedrijf nog wel gestaag omhoog zal gaat. Het aantal melkveebedrijven daalt richting de 10.000 en het gemiddeld aantal koeien zal naar verwachting stijgen tot ongeveer 150 stuks. Ondanks dat schaalvergroting duur is geworden, ziet de specialist nog volop kansen, mits er een goede match is tussen het talent en de passie van de veehouder en het verdienmodel.
Volgens Gielen moet de ruimte voor bedrijfsontwikkeling komen uit de huidige ruimte of uit andere verdienmodellen. „Alleen als de kostprijs nu al laag is, is groeien in melkproductie, met grond, mogelijk. Eventueel in combinatie met betaalde toegevoegde waarde. Ook komt bij schaalvergroting het arbeidsvraagstuk om de hoek kijken, want de wens is er nog steeds om een gezinsbedrijf te blijven, maar met meer koeien dan voorheen. Automatisering en robotisering zullen daarom ook doorgaan”, stelt hij.