Zoveel mogelijk VEM voor het voerhek krijgen

Melkveehouders moeten zich focussen op het omzetten van ruwvoer in zoveel mogelijk melk, aldus Ronald Zom. Hij doet al ruim 25 jaar onderzoek naar de benutting, opname en effecten van snijmaïs in het melkveerantsoen.

Met maximaal produceren uit ruwvoer creëert de melkveehouder de hoogste toegevoegde waarde. De combinatie van snijmaïs en gras maakt het mogelijk om veel melk te produceren uit relatief goedkoop ruwvoer.

De hoogste kVEM-opbrengst per hectare

Een hogere melkproductie begint met hoge ruwvoeropbrengsten. Om een hoge voederwaardeopbrengst te realiseren, is het belangrijk om een bewuste rassenkeuze te maken, goed voor de grond te zorgen en voldoende aandacht aan de teelt te besteden. Dat resulteert in de hoogst mogelijke kVEM-opbrengst per hectare.

Voeropname van maïs verhogen

Om zoveel mogelijk VEM voor het voerhoek te krijgen, is het noodzaak om verliezen bij de oogst, conservering en vervoedering te beperken waar mogelijk. Een slechte conservering geeft namelijk verlies in de kuil én aan het voerhek door verminderde smakelijkheid. Met een drogestofgehalte van 33-40% bereik je de hoogste opname van snijmaïs. Een zo hoog mogelijke verteerbare organische stof en een goed geplette korrel zijn hiervoor nodig. De verteerbaarheid is afkomstig uit het zetmeel en verteerbare celwanden, die samen de VEM leveren.

Met name in het begin van de lactatie is maïs een uitstekende energiebron. Zet beschikbare maïs vooral in voor hoogproductieve dieren en deel de koeien op in productiegroepen om de ruwvoerbenutting te laten stijgen.