Doorzaaien lang niet altijd een succes

In drie van de vier onderzoeksjaren kiemde slechts een gering deel van het zaad. Alleen dit najaar was het effect van het doorzaaien duidelijk zichtbaar. Of dit tot een veel hoger percentage Engels raai in het grasland leidt, moet volgend groeiseizoen nog blijken. De eerste twee onderzoeksjaren was er in het volgende groeiseizoen geen meetbaar hoger percentage Engels raai in het grasland aanwezig. Het onderzoek werd uitgevoerd op vijf verschillende percelen kleigrond met een Vredo Agri doorzaaimachine. Doorzaaien wordt door de onderzoekers Herman de Boer en Henk Schilder als een alternatief gezien voor het grasland scheuren, dat veel duurder is en ten koste gaat van de koolstof vastlegging en het bodemleven. Op basis van de onderzoeksresultaten wordt geconcludeerd dat doorzaaien ‘perspectief lijkt te hebben.’
Praktische aanbevelingen
Ze raden aan alleen door te zaaien in zo kort mogelijk gras in een vochtige kneedbare toplaag, als neerslag wordt verwacht. Een aanhoudend lagere temperatuur dan 10 graden Celsius in de nacht gaat ten koste van de kieming. Doorzaaien in het vroege voorjaar, voorafgaand aan de start van de grasgroei wordt ook afgeraden. Bij het doorzaaien is het van belang om eerst een teststrook te beoordelen op insnijding, zaaidiepte (advies 12-15 mm) en de zaadverdeling. Na het zaaien zorgt de grond aandrukken met een rol ervoor dat het zaad zo goed mogelijk contact heeft met de grond. Krachtig wiedeggen voorafgaand aan het doorzaaien verwijdert onkruid en dood organisch materiaal uit de zode, hetgeen de kieming van het graszaad bevordert.
Het publiek private onderzoeksprogramma (PPS) Ruwvoer & Bodem heeft als hoofddoel de ruwvoerproductie en het bodemmanagement te verbeteren en te verduurzamen. Verschillende graskweekbedrijven, Wageningse onderzoekers en het ministerie van LNV werken samen in dit programma.