Uitspraak CBb: ‘KI Samen moet met klachten over CRV bij ACM zijn’

KI Samen vroeg de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit vergeefs tegen CRV op te treden vanwege misbruik van gegevens uit dat stamboek, meldt het CBb in een persbericht. KI Samen heeft haar verzoek tot de verkeerde gericht en moet bij de ACM zijn. De minister beoordeelt alleen of CRV zich houdt aan de regels over het beheren van stamboeken en er zijn volgens het CBb geen aanwijzingen dat CRV die niet naleeft.

'Eerder vergeefs aangeklopt'

Na de uitspraak kwam ook CRV met een persbericht. De organisatie concludeert daarin dat KI Samen ten onrechte heeft geklaagd over het functioneren van CRV. Ze meldt tevens dat KI Samen al eerder zonder succes heeft aangeklopt bij de voorganger van de ACM. „Dat klopt”, bevestigt Tobias Polak van Trip Advocaten & Notarissen. Hij is de advocaat van KI Samen en stelt dat de Nederlandse Mededingingsautoriteit ooit gezegd heeft de zaak geen prioriteit te willen geven, omdat er te weinig belanghebbenden zouden zijn.

Polak noemt de uitspraak van het CBb ‘zeer teleurstellend’. „Eén van de erkenningsvoorwaarden is dat het stamboek niet discriminatoir mag optreden ten opzichte van mensen die dieren willen inschrijven. CRV mag dus geen voordeel hebben ten opzichte van andere marktpartijen. En we hebben geen uitspraak gehad over of er al dan niet discriminatoir is gehandeld.” Volgens KI Samen is er door de positie van CRV sprake van een oneerlijk speelveld en zou de RVO daarop moeten handhaven.

„We hebben een handhavingsverzoek gedaan door RVO te vragen de stamboekerkenning van CRV in te trekken. Dat is afgewezen en daar hebben we bezwaar op gemaakt. Vervolgens heeft er een mondelinge behandeling plaatsgevonden, waarin we hebben aangegeven dat het niet per se zo rigoureus hoeft.” De advocaat geeft aan dat Nederland toch een stamboek nodig heeft, maar dat CRV het wel netjes moet doen en haar andere tak niet mag bevoordelen. „Andere maatregelen ter verkrijging van eerlijk speelveld, dan het intrekken van de erkenning, waren ook goed.”

'Te mild geweest'

Juist van het feit dat KI Samen zich uiteindelijk toch mild heeft opgesteld in de erkenningskwestie, heeft de tegenpartij gebruik gemaakt, zo geeft Polak aan. „Het CBb heeft gesteld dat als de erkenning dan niet per se ingetrokken hoefde te worden, ze de erkenningskwestie wel buiten beschouwing konden laten.” Achteraf had KI Samen om een eerlijk speelveld te verkrijgen, de harde eis tot intrekking van de erkenning niet moeten laten vallen, concludeert Polak. Volgens hem beraadt zijn cliënt zich inmiddels op eventuele vervolgstappen.