Helft fosfaatrechten naar verpachter bij einde pacht

In beginsel zijn de fosfaatrechten van de pachter, stelt het hof, en is er geen reden om de rechten aan de verpachter over te dragen. De uitzondering is bij hoevepacht of pacht van minimaal 15 hectare grond of van een gebouw. Dat gebouw moet specifiek zijn ingericht voor, en noodzakelijk voor, de uitoefening van een melkveebedrijf, en door de verpachter ter beschikking zijn gesteld. De pachtovereenkomst moet bij het aangaan 12 jaar of langer duren.
De pachtkamer heeft dit besloten in een zaak tussen verpachter ASR en een melkveehouder. Destijds had ASR de grond, gebouwen en melkquotum gekocht van de vader van de huidige pachter, en vervolgens weer verpacht. „Verpacht is dus een melkveebedrijf”, concludeert de Pachtkamer in zijn uitspraak. Bij het einde van de pacht had de pachter daarom het volledige bedrijf aan ASR moeten overdragen, inclusief de rechten.
Afspraak
De pachter had voor het einde van de pachtovereenkomst al een groot deel van zijn rechten verkocht. Omdat er onduidelijkheid bestond wie recht had op de fosfaatrechten, hadden de pachter en ASR afgesproken dat als die rechten aan de verpachter zouden toevallen, de pachter de helft van de waarde aan ASR te vergoeden. Daar verplicht de Pachtkamer de pachter nu dus toe.
Een punt daarbij is nog dat de pachter gebruik heeft gemaakt van de stoppersregeling. De rechten die stoppers hebben gekregen, worden mogelijk ingetrokken. Als dat gebeurt, moet ASR de pachter de som weer terugbetalen.
BLHB teleurgesteld
Pachtersbond BLHB reageert teleurgesteld. De bond zag de procedure als een proefproces, dat duidelijk had moeten verschaffen voor pachters en verpachters. „De uitspraak is daarin niet geslaagd”, meldt de organisatie in een persbericht. „Ze mist gezag en is op veel onderdelen onnavolgbaar en discutabel. Steekhoudende argumenten en onderbouwing van de uitspraak worden gemist.” Volgens de bond heeft de rechter een aantal argumenten niet meegenomen. De verpachter heeft geen bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van het bedrijf, en heeft in de ogen van de BLHB geen recht op de fosfaatrechten. Daarom wil de bond tegen de uitspraak in cassatie gaan. Ze waarschuwt haar leden er rekening mee te houden dat dit vonnis geen stand houdt.