'Continue teelt mais vergroot kans op droogteschade en builenbrand'

Hij baseert zich op de ervaring die de laatste twee extreem droge teeltseizoenen hebben opgeleverd op de proefboerderij en bij veehouders in de Vruchtbare Kringloop Achterhoek.
Geen plantversterkende middelen
‘Het is vergelijkbaar met aardappels. Pas je geen vruchtwisseling toe dan zal de teelt mislukken. Het effect in mais is veel kleiner, maar het is er wel degelijk. Schimmels zoals fusarium, builenbrand, wortelverbruining, maar ook bladvlekkenziekte en maiskoprot krijgen meer kans in continu teelt. De laatste jaren zie je dat er kosten worden gemaakt om deze ziekten met bespuitingen en plantversterkende middelen tegen te gaan. Mais die afwisselend met gras wordt geteeld is veel gezonder en heeft geen bespuitingen tegen ziekten en plagen en plantversterkende middelen en nodig. Hoe gezonder het gewas, hoe minder gevoelig voor ziekten, plagen en hittestress.’
Verschillen tussen huiskavel en veldkavel
Op proefboerderij De Marke is de 55 hectare cultuurgrond opgesplitst in drie kavels: blijvend grasland, huiskavel en veldkavel. Het blijvend grasland heeft een areaal van 15 ha en ligt dicht bij de stal. Op de overige 40 hectare wordt wisselbouw toegepast. Op de huiskavel iets verder van de stal (20 hectare) wordt een driejarige grasperiode afgewisseld met een driejarige maïsperiode. Op de veldkavel niet behorend bij de huiskavel (20 hectare) is de duur van de maïsperiode maximaal vijf jaar. Belangrijkste verschillen tussen huis- en veldkavel zijn het al dan niet kunnen beweiden en beregenen. Door gras en mais af te wisselen blijft het organische-stofgehalte van de bodem waar mais op wordt geteeld op peil. Hierdoor behoudt de bodem het vochthoudend vermogen en is het beter bewortelbaar. Daarnaast kunnen bij wisselbouw meststoffen die niet benut worden door het ene gewas, maar achterblijven in de bodem, door een volggewas benut worden. Ook zijn er minder problemen met onkruid. Met name de opbrengst van maïs is in wisselbouw beduidend hoger dan in continuteelt, mede dankzij de betere weerbaarheid van het gewas.