Later gemaaide kuilen kwalitatief niet minder dan vroege kuilen
Door de lagere temperaturen is er weinig verhouting opgetreden wat de verteerbaarheid van later gemaaide kuilen ten goede komt. Ter vergelijking; kuilen die midden mei zijn geoogst, hebben een verteerbaarheid (VCOS) van 80 procent tegenover 82 procent bij kuilen die eind april zijn gemaakt. Andere jaren is dit verschil vaak veel groter. Ook het ruw eiwit is op peil gebleven bij de later gemaaide kuilen. Eind april-kuilen bevatten gemiddeld 196 gram ruw eiwit tegenover 191 gram bij de latere kuilen.
Oplosbaar ruw eiwit
Opvallend zijn de verschillen in oplosbaar ruw eiwit tussen de vroege (69 procent) en later gemaaide (61 procent) kuilen. Hoe hoger de oplosbaarheid, hoe meer eiwit er al binnen twee uur beschikbaar komt in de pens. Dit onbestendige eiwit is vooral in grasrijke rantsoenen moeilijk te benutten. De kuilen die later zijn gemaaid zijn dus aanzienlijk bestendiger. Dit komt voornamelijk doordat deze kuilen met een hoger droge stofpercentage (44 procent tegenover 39 procent) zijn ingekuild.
De jaarlijkse Topkuilcompetitie is weer van start gegaan. Hebt u de uitslag van de voorjaarskuil binnen? Meld deze hier aan vergelijk de kuil met collega's in de omgeving en maak kans op mooie prijzen.