Nauwelijks opbrengstverschil bij ruitzaai en drijfmest in de rij
Uit de voorlopige resultaten blijkt dat drijfmest in de rij in 2016 één ton minder opbrengst gaf ten opzichte van ruitzaaien en gangbaar inzaaien. In 2017 was er geen opbrengstverschil terwijl in 2018 gemiddeld een wat lagere opbrengst werd gemeten, maar dit verschil bleek niet significant. Bij ruitzaai lag de opbrengst in 2016 en 2017 gelijk aan de gangbare teelt. In 2018 werd er bijna een ton meer van een hectare gehaald. Bij het ruitzaaien worden de planten in ruitverband gezaaid bij een rijafstand van 37,5 cm, zodat de afstand tussen de maïsplanten in alle richtingen praktisch gelijk is. Gangbaar is de rijafstand 75 centimeter.
De proef werd in 2016 opgezet door Wageningen UR en een aantal publieke en private partijen. Vier jaar lang worden de beide teeltsystemen vergeleken met gangbaar maïs zaaien. De drie teeltmethoden worden vergeleken bij twee rastypen (open en dicht), twee plantdichtheden (80.000 en 110.000 planten per hectare) en twee stikstofbemestingsniveaus (155 en 100 kilogram werkzame N per hectare). Naast drogestof- en stikstofopbrengst, wordt ook gekeken naar de wortelontwikkeling.
Het onderzoek wordt dit jaar herhaald en daarna afgesloten. Hierop volgt een reportage met de resultaten over vier jaar.
