Eerder maaien vanwege doelstelling 65% eigen eiwit?
Evers analyseerde de hoeveelheid eiwit van eigen land op de Koeien en Kansen-bedrijven. Gemiddeld realiseren ze 63 procent eiwit van eigen land. Zes van de zeventien bedrijven halen de 65 procent eigen eiwit-norm.
De onderzoeker concludeert dat veel bedrijven de eiwit-norm net niet halen. „Het is dan verleidelijk om het gras iets eerder te maaien voor een hoger percentage eiwit. Het is zeker zo dat het percentage eiwit in de kuil invloed heeft op het percentage eiwit van eigen land. Maar het gevaar is om hier blind op te staren. Ga je nu eerder maaien, dan is het eiwitgehalte per kilo drogestof wel hoger maar kan dit ten koste gaan van de totale eiwitopbrengst. De vraag is wat je er dan mee opschiet. Het optimum ligt misschien wel bij een iets lager eiwitgehalte maar een hogere opbrengst.”
Benutting ook van belang
Echter, dat is volgens Evers niet het enige. Ook de benutting van het eiwit is bepalend voor het behalen van de 65 procent eiwit-norm. Het verhogen van de eiwitproductie van het land, moet samengaan met een lager aandeel eiwit uit aangekocht (kracht)voer. „Anders is het nog lastig om de gestelde eiwitnorm te halen. Uit de analyse van de Koeien en Kansen-bedrijven komt dat terug. Bedrijven die een hoge eiwitbenutting halen, hebben vaak ook een lage aanvoer van stikstof uit aangekocht krachtvoer.”
Bedrijven die ruim gras in het rantsoen hebben, voldoen als snel aan de gestelde norm, ook al is de benutting wat lager. Maar bedrijven die deze norm net niet realiseren, kunnen juist winst halen door het eigen geteelde eiwit beter te benutten, zo luidt de conclusie van de onderzoeker.