OM: verkleinen veestapel enige oplossing om mestfraude te voorkomen

Volgens De Rijck legt Schoutens aanpak te veel nadruk op repressie, op de aanpak van overtredingen, in plaats van op preventie, op het voorkomen daarvan. Hij stelt dat de druk op de mestmarkt leidt tot hoge mestafzetkosten en dus tot fraudeprikkels „Met de fraude met mest is veel geld te verdienen“, stelt hij. „Gedacht vanuit het strafrecht is de enige manier om mestfraude werkelijk tegen te gaan een verminderde productie van mest. De veestapel zal kleiner moeten worden.”
Het OM doet tussen de 150 en 200 aan mest gerelateerde strafzaken per jaar, variërend van fraude met de aan- en afvoer van mest en drijfmest, via covergisting tot aan fraude met dier- en fosfaatrechten. Desgevraagd wil een OM-woordvoerder niet zeggen met hoeveel de mestproductie dan zou moeten afnemen. „Daar gaan wij niet over”, zegt ze, ook na herhaald aandringen. „Dat is aan de politiek.” Het OM wil ook niet ingaan op de vraag of de warme sanering in de varkenshouderij de druk voldoende zal doen afnemen, of dat methodes om de mest beter te verwaarden een alternatieve manier zouden zijn om die druk te doen dalen. „Ik ben niet politiek verantwoordelijk en ik ben geen specialist op het gebied van voedselvoorziening”, geeft De Rijck toe in het NRC, „maar gedacht vanuit het strafrecht is de enige manier om mestfraude werkelijk tegen te gaan een verminderde productie van mest.”
Op het Radio 1- journaal nuanceerde De Rijck zijn uitspraken enigszins. „Strafrecht alleen kan de fraude niet oplossen”, vertelde hij daar. „De fraude is daarvoor te wijd vertakt; met sancties alleen is het probleem niet te verhelpen.” De meest effectieve manier om de fraude te bestrijden is volgens hem het wegnemen van de fraudeprikkels. „Als die prikkels afnemen, neemt de fraude ook af.” Maar daar noemde hij het inkrimpen van de veestapel niet als enige manier om die prikkels te verminderen.
Europese Commissie keurt aanpak goed
De uitspraken van het OM komen daags nadat de Europese Commissie Nederland heeft laten weten in te stemmen met de ‘versterkte handhavingsstrategie mest’ die de minister wil handhaven. Daarmee is een eerste stap op weg naar de derogatie genomen. Eind november liet minister Schouten weten meer werk te maken van het aanpakken van overtredingen van de mestwet. Op basis van een risico-analyse heeft haar ministerie bepaald in welke delen van het land en in welke schakels van de mestketen de kans op overtredingen het grootst is en daar zullen de instanties vooral controleren. De samenwerking tussen de verschillende controlerende instanties wordt versterkt, onder meer door betere uitwisseling van informatie, en de capaciteit voor toezicht en handhaving bij NVWA en RVO wordt versterkt.
De sector zelf heeft ook de handschoen opgepakt; zij werkt aan een systeem van private ketenborging met certificering. Vanaf zomer 2019 kunnen bedrijven hieraan deelnemen. Daarnaast werkt de sector aan een integriteitsverklaring.
De Europese Commissie keurt deze maatregelen goed, laat de minister nu weten. Nadat NRC Handelsblad vorig jaar een serie artikelen over mestfraude had gepubliceerd en de minister harde maatregelen had aangekondigd, wilde de Commissie slechts derogatie verlenen voor 2018 en 2019. Derogatie voor 2020 en 2021 moet ons land opnieuw aanvragen en de Commissie liet weten dat het die aanvraag zal afwijzen als Nederland haar mestregels dan niet beter handhaaft.
„Voor de verlenging van de derogatie is het cruciaal dat Nederland goede resultaten boekt bij de uitvoering van de versterkte handhavingsstrategie en het sectorplan aanpak mestfraude”, liet de minister weten. „Ik zet mij daar vol voor in en blijf ook nauwlettend toezien op een voortvarende uitvoering van het sectorplan van aanpak.”