
Michiel Woestenenk zoekt naar balans: “Je wilt die uitstoot omlaag, maar ook jezelf blijven”


Soms moet je jezelf een spiegel voorhouden, dacht Michiel Woestenenk toen hij het project Netwerk Praktijkbedrijven op een flyer zag staan. “Je weet dat de ammoniak- en methaangetallen vanzelf een keer op je pad gaan komen. Dan kan je beter aan de voorkant meedoen, dan dat het later weer op je bord valt. Zo creëer je een stukje bewustzijn.”
Ecologische voetafdruk
Hij besluit om aan te haken en heeft daar geen spijt van. “Met name de bijeenkomsten en online meetings zijn waardevol. Je pikt daar van alles op.”
Bovendien past het project in de visie van het bedrijf waarin de kringloopgedachte een steeds belangrijkere rol speelt. “Je moet gaan kijken naar je ecologische voetafdruk.”
“Zo gingen wij onlangs een samenwerking aan met een akkerbouwer om de lijnen korter te maken. Hij verbouwt graan voor ons dat we gebruiken als krachtvoervervanger voor de melkkoeien. Het stro gebruiken wij als strooisel in onze stallen. En wij bieden weer rundveedrijfmest voor zijn akkerbouwgewassen. Hoe dichterbij huis je het haalt, hoe minder CO2-uitstoot.”
'Beter aan de voorkant meedoen dan dat het later op je bord valt'
Michiel Woestenenk

Vervangingspercentage
In het project is het een constante zoektocht naar balans, geeft hij aan. “Dat merkte ik direct bij de eerste stappen al. Neem het verlagen van jongvee. Wij zijn van oorsprong een fokbedrijf en gek op koeien die er mooi en functioneel uit zien. Als er vaarsjes geboren worden, houden we die dus het liefst aan voor het eigen bedrijf.”
“Nu ga je er kritischer over nadenken: waar ligt de grens? Enerzijds wil je in het kader van de uitstoot het jongvee verlagen, anderzijds wil je ook je vervangingspercentage goed op peil houden. We weten namelijk ook dat er maar één factor hoeft te veranderen of je raakt alweer twee koeien kwijt, neem blauwtong als voorbeeld. De gulden middenweg vinden is nog lastig.”
Behoefte van de koe volgen
Bij het ruw eiwit verlagen is het evengoed zoeken naar de gewenste verhoudingen. “We zaten in 2020 op 160 g/kg DS en zijn naar beneden gegaan. Dat is geen kwestie van plotseling op 150 zitten, maar geleidelijk aan sturen en in de gaten houden of het goed gaat.”
“Voor ons ligt de grens momenteel op 158. Daarmee kunnen wij als intensief bedrijf optimaal presteren. Op dit moment kunnen we niet verder naar beneden zakken. Onze koeien zitten op ruim 20.000 liter per hectare en hebben relatief veel eiwit nodig om gezond te blijven. Dit is qua melkproductie en koe-gezondheid de lijn die we voorlopig willen volgen.”
Voortgang en bedrijfskenmerken (2020)
Grondsoort: Zand
Totale oppervlakte: 55,33 ha
Aantal melkkoeien: 108
Intensiteit: 21.647 kg meetmelk / ha
Bedrijfsvoering: Gangbaar
Aantal dagen weidegang: 150 dagen per jaar
Aantal uren weidegang: 6 uren per dag
Opties verkennen
“Het betekent wel dat we actief andere opties aan het verkennen zijn binnen het project. Zo is het nu glashelder dat de productenstroom op het bedrijf een grote rol speelt. We zijn nadrukkelijker gaan kijken naar krachtvoer. Wat hebben we nodig, welke stoffen zitten daar precies in, waar kan je de uitstoot mee verlagen?”
Het bedrijf doet aan stripgrazen om de opname van vers gras te optimaliseren. Nieuw Nederlands Weiden is geen optie door de ligging van de percelen en het gebrek aan kavelpad.
“En wat betreft de stal: wij hebben een traditionele roostervloer, geen dichte vloer dus. Omdat onze twee melkrobots wat verder geplaatst zijn dan de bedoeling was, wordt de vloer niet volledig schoongemaakt door de mestrobot. Dus maak ik nu delen van de stalvloer handmatig schoon met een vloertrekker, een stukje nostalgie. Arbeidsintensief, maar wel goed voor de klauwgezondheid. Én het verlaagt ammoniakuitstoot.”
'De productenstroom op het bedrijf speelt een grote rol. Dat is nu glashelder'
Michiel Woestenenk
Jezelf blijven
De bezoekjes van bedrijfsbegeleiders Bas Bassa en Stefan van ’t Ooster helpen in het traject. “Zij komen op het erf en we bekijken samen hoe de situatie eruit ziet en wat je kan veranderen. Op papier kan het leuk zijn, maar hoe gaat het in de praktijk werken?”
Michiel is blij dat Netwerk Praktijkbedrijven zich richt op maatwerk en management maatregelen. “Per bedrijf verschilt het wat werkt en niet werkt. En ook wat het referentiepunt is, vanuit waar je naar reductie toewerkt. Je wilt die uitstoot zo laag mogelijk, het liefst beweeg je toe naar 30 procent reductie. Tegelijkertijd wil je jezelf blijven. En scheve verhoudingen in het bedrijf voorkomen.”
“Al met al word je er wel bewuster van. En dat werkt twee kanten op. Natuurlijk kijk je vooruit en blijf je in de toekomst aan de knoppen draaien. Maar je kijkt ook vaker terug: waar kom je vandaan als bedrijf, welke stappen hebben we al gezet? Best wat, kom je dan gaandeweg achter. Daar mag je als boer ook wel bij stilstaan en trots op zijn.”
'Je mag als boer ook stilstaan en trots zijn op de stappen die je al gezet hebt'
Michiel Woestenenk
Beeld: Harry Kolenbrander
Bron: netwerkpraktijkbedrijven.nl



