
‘Check of voerrobot ook daadwerkelijk verstrekt wat is opgegeven’

Droogstandsrantsoenen worden nogal eens onderschat, zo vindt Marijn van Harten van Agrivak. „Niet zelden krijgen ze de mindere kwaliteit voer toebedeeld. Soms het restvoer van de melkkoeien of de kantblokken met de mindere kwaliteit gras of maïs. Aan de andere kant zien we ook veehouders die wel veel aandacht besteden aan de droogstandsrantsoenen. En toch gaat het ook dan niet altijd feilloos.”
De voermengwagen is voor het droogstandsrantsoen niet minder belangrijk, dan wel belangrijker dan het melkkoeienrantsoen, stelt Van Harten. „De uitdaging om droogstaande koeien niet te laten vervetten en de calciumspiegel actief te houden lukt je eigenlijk niet met één of twee voersoorten. Een uitgebalanceerd droogstandsrantsoen is daarom belangrijk om ze door deze periode heen te loodsen en dat ze na het afkalven ook vlot opstarten.”
Kleine porties mengen uitdaging
De droogstand bestaat vaak maar uit een klein groepje koeien. Soms nog geen tien dieren. In dat geval is het lastig om een goed rantsoen te mengen. In de praktijk wordt er nogal eens voor meerdere dagen gevoerd. Van Harten is daar geen voorstander van. „Ik begrijp de praktische overweging. Maar voor een goede voeropname wil je elke dag vers voer. Daarom juig ik de trend naar horizontale voermengwagens toe. Die kunnen overwegend beter kleinere porties voer mengen dan een verticale mengwagen. Automatische voersystemen met overwegend kleinere kuipen zijn daar nog beter in.”
De combi tussen automatisch voeren en droogstand is volgens van Harten ideaal. „Als het praktisch toch lastig is om voor één dag een droogstandsrantsoen te mengen, kijk dan kritisch naar welke producten je voert. Het ene voer wordt nu eenmaal makkelijker warm dan het andere.”
Check gevoerde rantsoen
Hoewel Van Harten positief aankijkt tegen automatisch voeren in relatie met droogstandsrantsoenen, ziet hij het ook nog wel eens mis gaan. „Vertrouw niet blindelings op de cijfertjes, maar check ook of de mengwagen daadwerkelijk doseert wat je hebt opgegeven. Dit geldt overigens ook voor standaard voermengwagens.”
Een goed droogstandsrantsoen is een uitdaging, stelt hij. „Je wilt ter voorkoming van vervetting en melkziekte niet een te rijk rantsoen met hoog kali. Aan de andere kant wil je wel graag de voeropname stimuleren en de pens actief houden. Vooral dat laatste wordt nog wel eens onderschat. Droogstandsrantsoenen met veel stro kunnen in theorie goed berekend zijn om te verschralen en het kali-niveau te drukken, aan de andere kant kan het de pens ook lui maken. Het droogstandsrantsoen komt dat zover van het melkkoeienrantsoen af te staan dat het na het afkalven alsnog mis gaat.”
FOS als brandstof voor de pens
Hoewel Van Harten achter de basisprincipes staat om droge koeien niet te rijk te voeren en het eiwitgehalte te beperken, vindt hij dat er wel balans in moet blijven. „Voldoende Fermenteerbare energie (FOS) is nodig om de penspapillen actief te houden. Een beetje snijmaïs om de zetmeel afbrekende bacteriën te voeden is prima. Verder passen koolhydraatrijke producten als perspulp heel goed. Perspulp bevat dan wel veel calcium, maar heeft weer een laag kali, wat gunstig is voor de kationen anionen balans. Verder is het verstandig om het eiwitniveau ook niet extreem te verlagen. Er blijven aminozuren nodig voor de eiwitstofwisseling. Mineralen en sporenelementen worden alleen goed opgenomen bij voldoende eiwitstofwisseling. De kwaliteit van het eiwit speelt daarin ook een belangrijke rol.”
Mineralen en grondsoort
De grondsoort is heel bepalend als het gaat om rantsoenen en nog meer bij droogstandsrantsoenen, laat de voeradviseur van Agrivak weten. „Koeien op zandgrond zijn minder gewend met hogere kaligehaltes om te gaan dan op kleigrond. Je merkt dit duidelijk terug in de droogstand. Zo leidt een scheve kationen anionen balans (verhouding tussen kalium en natrium enerzijds en chloor en zwavel anderzijds, red.) op zandgrond veel sneller tot problemen dan op kleigrond. Verder heeft elke grondslag zijn eigen mineralenverhouding. Het verbaast mij nog steeds dat ik bijvoorbeeld op de noordelijke kleigrond in Groningen hetzelfde zakje droogstandsmineralen tegenkom dan in veengebieden. Het is verstandig om goed te kijken waar de tekorten liggen en wat de veestapel op bedrijfsniveau nodig heeft.”
Choline
De laatste tijd is er volop aandacht voor het toevoegen van choline in het rantsoen voor het opschonen van de lever. Van Harten staat op zich positief tegenover deze ontwikkeling, maar plaatst wel een kanttekening. Als het droogstandsrantsoen in de basis niet deugt, zal het toevoegen van choline weinig effect hebben. Zie het als een extra hulp bij rantsoenen die op zich goed draaien. Tegelijk maakt een gezonde droogstaande koe ook zelf choline aan. Maar het toevoegen van extra choline kan dan nog wel toegevoegde waarde hebben.
Invloed daglengte en luchtvochtigheid
Het is niet alleen het rantsoen, maar ook de omstandigheden die bepalen of de droogstand vlot verloopt. Zo ziet Van Harten bijvoorbeeld op bedrijven die al maanden hetzelfde droogstandsrantsoen voeren, waar eerst geen problemen zijn, de laatste weken wel problemen ontstaan. „Onderschat de invloed van het klimaat zoals de daglengte en de luchtvochtigheid niet. Als er veel vocht in de lucht zit dan wordt de verbranding van het voer in de koe moeilijker. De daglengte heeft sterk invloed op de opname van vitamine D3. Een tekort aan vitamine D3 rond het afkalven kan zomaar leiden tot meer melkziekte, op nageboorte blijven staan tot zelfs aan kromme voorpoten bij kalveren toe.
