
Wout Huijzer zet grasmonsters en ureumgehaltes in als tools om rantsoen mee te finetunen: “Bedrijf klaarmaken voor toekomst”


Wout Huijzer runt melkveebedrijf Byvingaheerd in Zeerijp (GR) met zijn vrouw Nely Schutte. Zoon Martijn is ook actief in het bedrijf. Ze melken 130 koeien op bijna 70 hectare. Wout doet al 15 jaar aan stripgrazen, zodat het weidegras snel na beweiding kan herstellen.
Waarom is Wout gaan deelnemen aan het project? “Om meer grip te krijgen op de uitstoot van ammoniak en methaan”, vertelt Wout. “Het zat eraan te komen in de sector, dan kan je er maar beter tijdig mee beginnen.”
Onderzoeksbedrijf en weidegang
Wij weiden veel op ons bedrijf, geeft Wout aan. “Binnen dit project vallen we onder de groep die het meeste weidegras in de koe probeert te krijgen.” Gasmeting op een weidebedrijf is best complex, omdat de koeien ’s zomers niet in de stal zijn. Daarnaast worden de stalmetingen nog beïnvloed door ventilatie.
“Bij metingen gebruiken ze de CO2-uitstoot van een koe in de stal als referentiepunt. Bij veel ventilatie zijn de metingen onnauwkeuriger. En in de zomer is de meetperiode bij ons sowieso maar kort, omdat de koeien dan weinig in de stal zijn.”
Toch blijft het volgens Wout van belang om te meten, óók op een weidegangbedrijf. “Er zijn veel bedrijven die dezelfde methodes als wij toepassen, dus ook voor die bedrijven moeten we proberen uit te zoeken wat wel en niet werkt. De problemen moeten we samen tackelen.”
Ventilatie
De afgelopen tijd is Wout druk geweest met het aanpassen van zijn ventilatie. “We hebben een vrij open stal. Eén kant is geheel open, de andere kant gedeeltelijk open en de deuren kunnen ook nog open.”
“We hebben onze stal destijds zo gemaakt, omdat dat open karakter ons fijn leek. Dan zit je niet opgesloten tussen zeilen, was onze beredenering.” Uit metingen bleek afgelopen winter echter, dat het zinvoller zou zijn om de stal wat dichter te maken. “Als het in de winter koud is, bijvoorbeeld 5 graden en in de kelder 15 graden, wil de koude lucht de warme lucht in de kelder wegdrukken. Dat stimuleert emissie.”
Inmiddels houdt Wout de deuren en een gedeelte van de stal dus meer dicht. Dit werkt. “Het houdt emissies lager. Tegelijkertijd willen we de koegezondheid in de stal ook op orde houden. Ventilatie blijft noodzakelijk voor dieren: de koe moet frisse lucht hebben en de warmte kwijt kunnen. Het is zoeken naar een minimale ventilatie toepassen die zowel goed is voor dieren als ervoor zorgt dat emissies niet toenemen.”
'We ventileren minder, om emissies te beperken. Koegezondheid houden we daarbij in de gaten.'
Wout huijzer
Schommelingen
Wout stipt voor- en nadelen aan als het gaat om weidegang in combinatie met emissies. “Weidegras is relatief laag in methaanuitstoot, zien we binnen het project”, benoemt hij. “Omdat de mest en urine buiten niet bij elkaar komen, is het ook relatief laag in ammoniakuitstoot.”
Een nadeel is dat het eiwitgehalte op zijn bedrijf sterk varieert, veroorzaakt door schommeling van het eiwit in het weidegras. “Het streven is een eiwitgehalte van 150 g/kg DS in het rantsoen, maar het weidegras piekt soms op 250. Bij een stalrantsoen kan je gemakkelijker finetunen, maar wij moeten op basis van melkureum en rantsoenuitslagen proberen op die lijn te komen.”
Door de lange, droge periode in mei 2025, gaat het ruw eiwit in zijn weidegras van 190 naar 170 naar 150. “Maar als het straks flink gaat regenen krijg je ineens een sterke opname van stikstof. Dan piekt het eiwitgehalte weer. Helaas is het niet zo dat je elke dag een mooi, kort buitje hebt en het stabiel groeit.”
Voortgang en bedrijfskenmerken (2020)
Grondsoort: Klei
Totale oppervlakte: 60 ha
Aantal melkkoeien: 125
Intensiteit: 17.104 kg meetmelk / ha
Bedrijfsvoering: Gangbaar
Aantal dagen weidegang: 236 dagen per jaar
Aantal uren weidegang: 10 uren per dag
Grasmonster en ureumgehalte
“In het voorjaar proberen we snel het eiwit in het krachtvoer omlaag te brengen”, voegt Wout toe. “Gisteren hadden we contact met de voeradviseur om te kijken hoe we daarmee kunnen spelen. We willen eiwit bijvoeren als we te laag komen te zitten. Tegelijkertijd kunnen we energie bijvoeren als we hoger in ruw eiwit zitten. Met name de nieuwmelkse koeien, die last hebben van de schommelingen, zullen daar baat bij hebben.”
Om nog beter inzicht te krijgen in zijn rantsoen, neemt Wout elke week een grasmonster. Daarnaast houdt hij in de melk het ureumgehalte in de gaten. “Grasmonsters doen we op maandag, donderdag volgt pas de uitslag. Die zet je dus vooral in om je totale rantsoen en gemiddelden te bereiken. Op het ureumgehalte kan je directer reageren. Dit zijn dus twee goede tools om mee te werken. Je registreert veel maar krijgt er ook steeds meer gevoel bij.”
'Het ureumgehalte en grasmonsters zijn de tools waarmee wij werken'
Wout huijzer
Droger inkuilen
De kuil van de toekomst moet droger worden, voegt Wout toe. “Dan is deze ook beter benutbaar. Hij moet niet teveel structuur bevatten, zodat een koe niet te veel hoeft te herkauwen. Dit proces in de pens zorgt namelijk voor meer methaanuitstoot.”
Zelf kuilt hij droger in door de eerste snede te maaien en pas een dag later in te kuilen. “We schudden ook iets meer, dat lijkt ook te helpen.”
De huiskavels bestaan voornamelijk uit bestaand grasland, die hij doorzaait. De percelen op afstand zaait Wout wel nieuw in, inclusief kruidenmengels. “Met meer klaver in het gras bindt stikstof beter, waardoor je zelf minder stikstof hoeft te strooien. Dat bevalt goed.”
Investeren in de toekomst
Verder heeft Wout op zijn bedrijf een mestrobot, die water spuit en roosters schoonmaakt. “Eerder hebben we er ook ontsmettingsmiddel in gebruikt, een chloorverbinding, om te kijken of we daarmee de ammoniak nog verder konden verlagen. Dat bleek zo agressief dat de pomp kapotging en we erosie kregen op de mestrobot, dus zijn we daar weer mee gestopt. De test is geslaagd, alleen de uitkomst niet gelukt. Dat hoort er ook bij als onderzoeksbedrijf.”
Wout ziet zijn inspanningen als investeringen in de toekomst. “We zijn het bedrijf aan het klaarmaken voor overname. Je wilt daarvoor een goede veestapel en melkproductie hebben. Met het liefst een zo stabiel mogelijk rantsoen. We zitten op de goede weg.”
Beeld: Harry Kolenbrander
Bron: netwerkpraktijkbedrijven.nl



