Natuur wint terrein: 457 km² agrarisch grasland verdwenen sinds 2016
De groei van natuurlijk grasland (zie grafiek hieronder), waarbij de mens de ecologische processen niet of deels beïnvloedt, hangt samen met een beheervorm die sterker is gericht op het bevorderen van biodiversiteit, zo valt uit de cijfers op te maken. In de praktijk betekent dit dat delen van voormalige landbouwgronden worden omgezet naar natuurgebieden waar minder intensief wordt ingegrepen.
Volgens het CBS gaat die ontwikkeling deels gelijk op met de toename van bebouwing en stedelijk groen. Nederland werd in deze periode 111 vierkante kilometer meer bebouwd.
Een deel van het agrarisch grasland is omgezet naar bouwlocaties en akker- en tuinbouwgebied (+ 26 vierkante kilometer), terwijl een ander deel werd omgevormd tot natuur.
Lees verder onder de grafiek
Het beeld past in een bredere trend waarin het aandeel (half)natuurlijke ecosystemen in Nederland groeit. In 2023 bestond meer dan een vijfde van het landoppervlak uit ecosystemen zoals bossen, heidegebieden, duinen en natuurlijk grasland. De totale oppervlakte van deze categorieën nam sinds 2016 met 285 vierkante kilometer toe, een grootte van ongeveer 40.000 voetbalvelden. Vooral bosgebieden en heide en inlandige zandgebieden lieten lichte uitbreidingen zien, terwijl enkele andere natuurtypen juist iets afnamen.
Akker- en tuinbouwgebieden zijn in 2023 met een oppervlakte van 10.574 vierkante kilometer nog het grootste (zie grafiek hieronder), op de voet gevolgd door agrarisch grasland (8.609 vierkante kilometer). Bebouwde omgeving en stedelijk groen omvat 7.721 vierkante kilometer en bosgebieden 3.658 vierkante kilometer. Natuurlijk grasland had in 2023 een oppervlakte van 1.658 vierkante kilometer.
Lees verder onder de grafiek
Gelderland had in 2023 met 1,4 duizend vierkante kilometer het grootste oppervlak (half)natuurlijke ecosystemen op land. Ruim een vijfde van het totale (half)natuurlijke ecosysteemareaal op land ligt in deze provincie. Gelderland heeft ook in verhouding het grootste aandeel (half)natuurlijke ecosystemen (28,5 procent) ten opzichte van het totale landoppervlak, gevolgd door Drenthe (25,7 procent), Limburg (24,1 procent), Noord-Brabant (23,6 procent) en Utrecht (20,1 procent).
