Wederom geen aanpassing van de excretienormen; Minister Wiersma legt advies CDM naast zich neer

Wiersma’s voorgangers, de ministers Schouten en Adema weigerden in 2019, 2021 en 2023 ook al de normen aan te passen. Het aanpassen van de norm kan een groei van de veestapel in de hand werken.
Lagere excretie, 7 procent meer koeien
Het gevolg geven aan het advies van de CDM voor de melkveehouderij heeft direct invloed op het aantal dieren (melk- en kalfkoeien) dat kan worden gehouden. De minister acht een zorgvuldige besluitvorming over het verlagen van de excretienormen noodzakelijk.
Op verzoek van de minister maakte de CDM een impactanalyse van de mogelijke gevolgen van het actualiseren van de excretieforfaits voor melk- en kalfkoeien. Die impactanalyse laat zien dat door het aanpassen van de excretieforfaits er op sectorniveau extra fosfaatruimte ontstaat. Uitgaande van het aantal fosfaatrechten in de markt in 2023 neemt de fosfaatruimte met 4,7 miljoen kilogram fosfaat toe. Deze extra kilogrammen fosfaat bieden ruimte aan het houden van 7 procent meer melk- en kalfkoeien.
16,5 miljoen kilogram stikstof
7 procent extra koeien betekent een toename van de stikstofproductie met 16,5 miljoen kilogram stikstof. Dat kan grote gevolgen hebben voor de andere opgaven waar het kabinet een oplossing voor zoekt, zoals stikstof en klimaat. Een aanpassing van de excretieforfaits voor de diercategorieën waarop het fosfaatrechtenstelsel van toepassing is, vraagt volgens de minister in haar brief om een zorgvuldige besluitvorming. Het aanpassen van de excretieforfaits kan vanwege de door te lopen notificatie bij de Europese Commissie niet eerder dan 1 januari 2027 inwerking treden. Dat biedt de minister voldoende tijd om een zorgvuldige afweging te maken of de excretieforfaits worden aangepast of niet. De minister laat de Kamer dan ook weten hier later op terug te komen.
Excretieforfaits staldieren wel aangepast
Voor een goede uitvoering van de mestregelgeving is het zaak dat de excretieforfaits een zo goed mogelijke benadering zijn van de werkelijke productie van stikstof en fosfaat. Dat is ook de reden dat de CDM tweejaarlijks een advies uitbrengt over het aanpassen van de excretieforfaits. De laatste keer dat de stikstofcorrectiefactoren voor staldieren op advies van de CDM geactualiseerd zijn, was in 2019. Hoewel dat advies betrekking had op alle landbouwhuisdieren koos minister Schouten er toen ook al voor het advies voor graasdieren slechts gedeeltelijk uit te voeren.
In het recent door de minister ontvangen advies, adviseert de CDM om voor alle diercategorieën zowel de excretieforfaits als ook de stikstofcorrectiefactoren te actualiseren. De minister acht het van belang dat de excretieforfaits een zo goed mogelijke benadering zijn van de werkelijke productie van stikstof en fosfaat in de mest. Voor de diercategorieën waarop het fosfaatrechtenstelsel niet van toepassing is, bereid de minister dan ook een wijzigingsregeling voor, voor het aanpassen van de excretieforfaits voor onder meer varkens, pluimvee en vleesvee. Binnenkort opent Wiersma een internetconsultatie over deze ontwerpwijzigingsregeling. De consultatieperiode zal maximaal twee weken duren, omdat de minister de wijzigingen al op 1 januari 2026 in werking wil laten treden.

Tekst: Hermien van der Aa
Woont en werkt op een melkveebedrijf in Hernen met als neventakken educatie en zorglandbouw. Sinds 2020 parttime redacteur melkvee bij Agrio, waar ze hoofdzakelijk schrijft voor de website melkvee.nl, het vakblad Melkvee en de regiobladen
Beeld: Ellen Meinen
Bron: Tweede Kamer
