
Meerwaarde dubbeldoelrassen voor natuurinclusieve landbouw, hoe zetten we in op fokdoelen?

Nederlandse dubbeldoelrassen als MRIJ, Groninger Blaarkop en Fries-Hollands vee hebben het moeilijk. De populaties zijn klein en kwetsbaar. Het vermoeden bestaat dat de rassen goed behouden kunnen worden door hun nut te vergroten. Kan dat binnen natuurinclusieve melkveehouderij? Hoe dan?
Het zijn vragen die nu beantwoord zijn: onderzoekers concluderen dat deze dubbeldoelrassen goed kunnen passen binnen een natuurinclusief melkveebedrijf. Dat blijkt uit een breed onderzoek met data-analyse, bedrijfsbezoeken, interviews en bijeenkomsten met natuurinclusieve melkveehouders.
Bekijk het onderzoek: Dubbeldoelrassen kansrijk binnen natuurinclusieve melkveehouderij - Groenkennisnet
Wat kenmerkt de dubbeldoelkoe?
Veehouders met een natuurinclusief bedrijfssysteem noemen hun dubbeldoelrassen robuust en zelfredzaam, met een sterke gezondheid en vaak probleemloze vruchtbaarheid. Ook de hoge benutting van ruwvoer wordt genoemd. Zowel veehouders die met zuivere dieren werken als veehouders met kruisingen in de wei noemen deze kenmerken.
Fokdoel voor dubbeldoelers
Met 31 deelnemende veehouders zijn fokdoeldiscussies gehouden. In deze bijeenkomsten benoemen de veehouders hun fokdoel voor hun dubbeldoelers: zelfredzaam, robuust en een koe die productief is onder wisselende omstandigheden.
De 5 belangrijkste kenmerken die veehouders noemen die zij via fokkerij willen verbeteren:
- Vet- en eiwitpercentage
- Levensduur
- Kilogrammen melk
- Uiergezondheid
- Geboorte- en afkalfgemak
Andere kenmerken die de veehouders noemen zijn onder andere: karakter, uier, benen, raskenmerken, klauwgezondheid en levensproductie.
Opvallend verschil
Het is frappant dat eigenschappen zoals graasgedrag, grasopname en ruwvoerefficiëntie nauwelijks naar voren komen in de fokkerijbeslissingen van veehouders. Tegelijkertijd worden ze wel zeer regelmatig genoemd als belangrijk dierkenmerk. De onderzoekers geven hiervoor als mogelijke verklaring dat er geen gegevens, zoals fokwaarden, beschikbaar zijn voor deze eigenschappen. De veehouders uiten het gevoel dat het lastig is om significante vooruitgang te boeken op deze kenmerken. De onderzoekers vermoeden dat dit kan samenhangen met de beperkte aandacht voor deze kenmerken.
Wat is er nodig voor de fokkerij?
Er is een duidelijk advies voor fokkerijorganisaties. Zet volop in op structurele gegevensverzameling van diereigenschappen die veehouders met een natuurinclusief bedrijfssysteem belangrijk vinden en deel deze met de veehouders. Een intensievere samenwerking tussen fokkerij-, rasorganisaties en veehouders kan dit versterken.
Lees verder in het artikel over fokkerij op Groen Kennisnet
Op donderdag 20 november is er in Wageningen een leeravond over fokkerij in kleine populaties. Het onderwerp: monitoren en meten en daarmee maximaal behoud voor de toekomst.
De bijeenkomst is onderdeel van de serie ‘Fokken met Verstand’, waarvan de eerdere webinars zijn terug te zien. Een greep uit de webinar-onderwerpen: omgaan met inteelt, inteeltbeheersing in de praktijk en balans tussen selectie en inteelt. Deze avond wordt georganiseerd door het Centrum voor Genetische bronnen Nederland (CGN) en stichting Zeldzame Huisdierrassen (SZH).
Meer over dubbeldoelrassen vind je in de kennisbank
Bekijk de vakinformatiepagina voor de melkveehouder.
Tekst: Kirsten van Valkenburg
Beeld: Clara Bastian, iStock
Bron: Groen Kennisnet