
KPI's Uitgelicht deel 1: Sturen op ammoniakemissie
Melkveehouder Edwin Breimer: ‘Technisch goed bemesten betaalt zich terug’

Door als boer te sturen op KPI's merk ik dat goed vakmanschap lonend is
Edwin Breimer is melkveehouder in Toldijk. Op 52 ha kleigrond heeft hij 120 koeien en 80 stuks jongvee. Hij ziet veel voordelen in het belonen op KPI’s. ‘Door als boer te sturen op KPI's merk ik dat goed vakmanschap lonend is. Dit zie ik terug in euro’s, maar meer beleidsruimte zou het nog veel interessanter maken om er mee aan de slag te gaan. Compensatie voor vakmanschap voelt voor mij écht als ondernemen. Als je stuurt op zelf gekozen KPI’s wordt het bedrijfseigen en dat werkt erg motiverend.’
De ammoniakemissie op zijn bedrijf was in 2024 58 kg NH3 per ha. Breimers VK-Oost-studiegroep scoorde gemiddeld 66 kg in 2024. Uit de VK-Oost-database blijkt dat bij VK-Oost-leden de gemiddelde ammoniakemissie per hectare in de afgelopen jaren gestaag is gedaald.
Werd bij VK-Oost-leden in 2017 nog gemiddeld 57 kg per hectare uitgestoten, in 2024 is dit teruggebracht tot ruim 52 kg. (zie tabel)
Binnen de KPI’s van het Markemodel wordt beloond vanaf 59 kg per ha. Bij het project Overijssel Boert Duurzaam is de drempel voor beloning 65 kg per ha. Breimer scoort dus goed.
De melkveehouder ontvangt via het Focus planet-programma van FrieslandCampina, waar deze KPI onderdeel van is, een plus op de melkprijs van 3,1 cent. ‘Dat is serieus geld. Zo zie je dat het lonend is om aan duurzaamheidsdoelen te werken op je bedrijf.’

*Drempelwaarden 2024 in resp 't Klooster en Winterswijk
Weiden
De melkveehouder, die tevens bestuurslid is bij VK-Oost, is zuinig op zijn mest en omschrijft het als ‘het bruine goud’. ‘Door weidegang komt urine niet bij de vaste mest, dus daarmee voorkom je ook ammoniak- en ook methaanuitstoot, aldus Breimer. ‘Dit is voor ons bedrijf serieuze bijvangst, los van het feit dat ik enorm geniet van weidende koeien. Wij weiden afgelopen jaar boven de 1.500 uur. Hier zou wel meer op beloond mogen worden’, want weiden heeft meer positieve kanten dan alleen een goed imago’, vindt hij. Keerzijde is dat het huidige beleid de koeien helaas op stal jaagt. ´In het geval van verplichte mestafvoer heb je mest in opslag nodig.´
Fan van sleepslangen
Sinds 2006 laat Breimer nagenoeg alle percelen bemesten met een sleepslang. De mest wordt verdund met water voor een betere spreiding en benutting. In het voorjaar voegt hij in dezelfde werkgang ammoniumsulfaat, vloeibare stikstof, toe.
‘Ik ben fan van sleepslangen. In het voorjaar mengen we 30% water bij, daarna 40 tot 50%. Met de sleepslang voorkom ik bodemverdichting, zorg ik voor een betere benutting en dus voor minder ammoniakemissie. Sleepslangen is duurder, maar wat is duur? Ik beschouw mijn grond net als mijn koeien, grond is een kostbare productiefactor. Daar weegt een paar euro meerkosten per ha voor het sleepslangen niet tegenop. Bij latere snedes laat ik gerust de loonwerker komen om 5 ha te sleepslangen. Dat vergt wel wat organisatie, maar ik heb het geld er voor over.’
Netjes bemesten en beregenen
Breimer is er bovendien scherp op dat de mest netjes in de bodem komt. Dat stemt hij af met de loonwerker. ‘Ik loop altijd het perceel in als er bemest wordt. Het liefst bemest ik bij bewolkt weer en met regen op komst, maar dat heb ik uiteraard niet altijd in de hand. Bemesting draait om timing en kwaliteit. Voor en na de eerste snede bemest ik, daarna bijna niet meer. We beregenen veel en vaak. Ook dat werkt positief door in de benutting van de mest.’
Afgelopen jaar investeerde Breimer fors in zijn beregeningsinstallatie. ‘We investeerden in de bron, pomp en de haspel. Beregenen kan altijd uit, is mijn overtuiging, mede ingegeven door het KLIMEA-project van VK-Oost.’
Een andere belangrijke factor om de ammoniakemissie te verlagen is het sturen op het aandeel ruw eiwit in het rantsoen. ‘Dit heeft effect op de ammoniak in de mest. Wat er aan de voorkant niet in gaat, komt er aan de achterkant ook niet uit. Elke gram minder ruw eiwit betekent ongeveer 1 procent minder ammoniakuitstoot’, aldus Breimer.
Besparen op kunstmest
Hoe het secuur bemesten zich terugbetaalt, rekent Breimer eenvoudig voor. ‘Technisch goed bemesten betaalt zich terug, daarvan is hij overtuigd.
‘Niet netjes bemesten, dus als de mest niet goed in de grond gelegd wordt, kan leiden tot emissies tot wel 25 tot 30 procent. Ga je uit van 4 kg stikstof per kuub mest, verlies je dus al 1 kg stikstof per kuub. Bij een voorjaarsbemesting van 25 kuub per ha verlies je dus al 25 kg stikstof. Dit kun je aanvullen met kunstmest. In kunstmest zit een kwart stikstof in. Dus stel dat ik 25 kg wil compenseren met kunstmest, moet ik dus 100 kg KAS extra strooien. Met een prijs van minimaal 30 euro per ha heb je het dan al over 1.500 euro aan extra kosten op een bedrijf met 50 ha, alleen voor de eerste gift. Dat moet je toch niet willen? Ik pas nu nog zo’n 150 kg stikstof uit kunstmest per ha toe, maar het liefst zou ik de kunstmest voor het grootste deel via kringloopbemesting (zie kader hieronder) willen inruilen voor dierlijke mest. Daar ben ik groot voorstander van. Op die manier benut je ook de overige mineralen zoals fosfaat en kali die voor bodem- en diergezondheid hard nodig zijn.’
Weiden heeft meer positieve kanten dan alleen een goed imago
‘En bovendien’, zo rekent Breimer verder, ‘voor 1 ton kunstmest is 300 kuub gas nodig. Per 10 ton is dus 3000 kuub gas nodig. Naast de ammoniakemissie die optreedt door niet netjes te bemesten, heb je het dus ook nog eens over een verhoging van de CO2-uitstoot door de compensatie met kunstmest.’
Breimer ziet dat door de combinatie goed bemesten en beregenen de mineralisatie in de bodem aan de gang blijft. ‘Zo houd ik de voederwaarde van het gras op peil. De grasgroei blijft aan de gang, ook in de zomer. Zo behoud ik een goede graskwaliteit. Dat levert ook geld op.’
Hij wil dit jaar starten met mest scheiden om de dunne en dikke fractie nog selectiever te benutten. De gescheiden mest gaat dan deels in de boxen en de dunne fractie slaat hij apart op om in de zomer op de weidepercelen aan te wenden.
Enthousiast over BES-pilot
Drie jaar lang was Breimer enthousiast deelnemer aan de BES-pilot (Bedrijfseigen Stikstofnorm) van VK-Oost. Door deze pilot kon hij rond de 300 kilogram stikstof per hectare uit dierlijke mest gebruiken zonder kunstmestruimte in te leveren.
In de kern werd in de BES-pilot berekend welk bemestingsniveau met dierlijke mest noodzakelijk is voor fosfaatevenwichtsbemesting, zodat de fosfaattoestand van de bodem niet verslechtert.
De pilot heeft mij veel inzichten gegeven. Gebleken is dat vakmensen in staat zijn kunstmestruimte in te ruilen voor dierlijke mest met gelijkblijvende technische prestaties zonder nadelige effecten op de milieuprestaties. Het werkt zeer motiverend als je voor je management wordt beloond. Het is spijtig dat deze pilot geen vervolg kreeg, want dit was doelsturing ten top: boeren belonen met meer bemestingsruimte zonder nadelige milieueffecten. We hebben aangetoond dat het dus wél kan.’
Uit de koker van VK-Oost
Breimer is ook enthousiast over het Markemodel, nu vervolgd in Doelsturing Melkveehouderij Gelderland. Hij is nauw betrokken bij het door VK-Oost opgestelde voorstel Doelsturing met Kringloopbemesting, dat met succes in Den Haag onder de aandacht is gebracht.
Breimer: ‘In het voorstel ‘Doelsturing met Kringloopbemesting’ willen we boeren belonen als ze aantonen dat ze voldoen aan waterkwaliteits- en ammoniakdoelen. De beloning zit in de ruimte om kunstmest (deels) te vervangen door dierlijke mest tot aan het niveau van fosfaatevenwichtsbemesting. Dit voorstel komt uit de koker van VK-Oost en is gebaseerd op de succesvolle resultaten in de BES-pilot.’
Ook het project Overijssel Boert Duurzaam, waarbij de insteek is dat boeren beloond worden voor prestaties op het gebied van bodem, lucht, water en biodiversiteit, kan op zijn enthousiasme rekenen.
VK-Oost en doelsturing: projecten en initiatieven
De melkveehouderij werkt al langer aan een stimulerende aanpak voor het belonen op duurzaamheidsprestaties. VK-Oost is voorstander van het belonen op doelsturing met KPI’s. Sturen op doelen en boeren belonen voor goede prestaties op het gebeid van klimaat, water, bodem, lucht en biodiversiteit werkt stimulerend en motiverend, onderschrijft VK-Oost.
- VK-Oost is initiatiefnemer van het Markemodel: een regionaal netwerksturingsmodel om diensten in de vorm van bijvoorbeeld schone lucht en water en een gezonde bodem te belonen.
- Met het project ‘Doelsturing Melkveehouderij Gelderland’ is inmiddels een vervolg gegeven op de pilot Markemodel en ontvangen meer boeren een vergoeding voor het verbeteren van hun scores op een set van indicatoren met betrekking tot duurzaamheid.
- Met het project ‘Overijssel Boert Duurzaam’ wil de provincie Overijssel boeren belonen die goed scoren op gekozen KPI’s. VK-Oost verzorgt de kennisdeling in dit project.
- In de BES-pilot (2020 t/m 2023) van VK-Oost is gebleken dat vakmensen in staat zijn kunstmestruimte in te ruilen voor dierlijke mest met gelijkblijvende technische prestaties zonder nadelige effecten op de milieuprestaties.
- In het voorstel ‘Doelsturing met Kringloopbemesting’ wil VK-Oost boeren die de afgelopen jaren bewezen hebben dat zij voldoen aan de waterkwaliteits- en ammoniakdoelen belonen met ruimte om kunstmest (deels) te vervangen door dierlijke mest tot aan het niveau van fosfaatevenwichtsbemesting.
