
Zuurstofgehalte in de mest
Serie 'Methaan uit mest' - deel 6

Een vermindering van methaanproductie kan bereikt worden door actief zuurstof in de mest aan te brengen.
Van CH4 naar CO2
Door zuurstof (O2) in de mest te brengen, verschuift de omzetting (van organisch stof) van methaan (CH4) naar koolstofdioxide (CO2). Koolstofdioxide is een veel minder sterk broeikasgas dan methaan. Het klimaateffect van methaan is zo'n 27 keer sterker dan van kooldioxide.
Zuurstof in mest
Zuurstof in de mest brengen kan op twee verschillende manieren:
1. Luchtbellen door drijfmest borrelen
2. Mest scheiden en de vaste fractie vervolgens composteren

1. Luchtbellen door drijfmest borrelen
Het mixen van mest met luchtbellen is een bestaand systeem in de melkveehouderij. Doordat de luchtbellen vanaf de bodem van de mestopslag opstijgen komt er een intensieve menging en lost er wat zuurstof op in de mest. Dit zorgt voor minder anaerobe (zuurstofloze) omstandigheden. De methaanvorming kan daardoor worden geremd.
Het is belangrijk om de lachgasemissie in de gaten te houden. De methaanvorming kan verminderen, maar daarbij kan de lachgasvorming toenemen. Zie voor meer informatie dit onderzoek.
2. Mest scheiden en de vaste fractie vervolgens composteren
Door de organische stof uit de drijfmest te halen kan een luchtige vaste fractie worden verkregen. Als deze fractie regelmatig wordt omgezet, kan de buitenlucht de aerobe bacteriën van zuurstof voorzien. De vaste mest composteert
dan tot een stabiel en geur-arm product. Tijdens een goede compostering komt vooral warmte, CO2 en waterdamp vrij. Als de compostering niet goed verloopt doordat er te weinig zuurstof bij komt, kan er alsnog lachgas en methaan vrijkomen.
TIP
Door zuurstof toe te voegen reageren ook andere stoffen in de mest. Zo vermindert ook de stank van de mest en is de kans op productie van het gevaarlijke zwavelwaterstof (H2S) minder.
De beschreven maatregelen maken (nog) geen onderdeel uit van de aanpak van het Netwerk.Ze worden gezien als kansrijke maatregelen voor emissiereductie. In het vervolg van het Netwerk wordt verder onderzoek gedaan naar hun toepasbaarheid en effectiviteit onder verschillende praktijkomstandigheden.
Beeld: Harry Kolenbrander
Bron: netwerkpraktijkbedrijven.nl
