
Corné van Rees verlaagt uitstoot, al vergt het een andere manier van denken: “Ben alerter op risico’s”


Corné van Rees blikt terug op het moment dat hij zich aanmeldde voor Netwerk Praktijkbedrijven. “De wereld zag er wat stikstof betreft nog een stuk anders uit”, vertelt hij. “Ik ben blij dat ik gelijk ben aangehaakt, tegenwoordig is het thema alleen maar dringender geworden.”
Referentiepunt
Corné komt inmiddels al uit op zo’n 23% ammoniakreductie ten opzichte van 2020. “We hebben inderdaad behoorlijk kunnen reduceren”, zegt hij daarover. “Maar ons referentiepunt was in dat opzicht ook ‘goed’. We hadden veel stikstof in het rantsoen, dus ook veel opties om terug te schroeven.”
Daarvoor is Corné onder meer naar het ruwvoer gaan kijken. “We zijn meer vers gras in het rantsoen gaan toepassen. Ook hebben we kleinere porties bemestingtoegepast, om minder uit de bocht te vliegen qua eiwit. De eiwitbenutting is daardoor verhoogd.”
Daarnaast heeft Corné ook gekozen voor krachtvoer met minder eiwit. Hij ging van 170 g/kg DS naar rond de 157 (zie tabel 1), waarmee hij nu tevreden is. “Anders dan verwacht is het eiwitgehalte in de melk afgelopen jaren voorzichtig gestegen.”
'Met veel stikstof in het rantsoen waren er veel opties om terug te schroeven'
Corné van Rees
Voortgang en bedrijfskenmerken (2020)
Grondsoort: Veen
Totale oppervlakte: 103,76 ha
Aantal melkkoeien: 170
Intensiteit: 14.365 kg meetmelk / ha
Bedrijfsvoering: Gangbaar
Aantal dagen weidegang: 173 dagen per jaar
Aantal uren weidegang: 7 uren per dag
Risico’s
Er zit wel een kanttekening aan, aldus Corné. “Met het eerdere hogere eiwitgehalte in het rantsoen kon je wisselingen gemakkelijk opvangen. Nu is het wat spannender: de marges tussen fout en goed zijn smaller geworden.”
Als voorbeeld geeft hij afgelopen winter. “Toen een product in onze silo’s was opgeraakt, merkten we direct een daling in het melkeiwit. In zo’n geval stuur je gelijk weer bij. Gelukkig zijn onze koeien flexibel, die vangen dat weer op. Maar je merkt wel dat je als boer alerter moet zijn op risico’s. Het is een andere manier van denken.”
Corné zat bij aanvang van het project al onder de streefwaarde van 5 stuks jongvee per 10 melkkoeien. “Met bedrijfsbegeleider Delian Kool sparden we over wat er anders kan, maar óók hoe je kunt behouden wat er al is. Dat is namelijk ook een kunst. Weinig jongvee is leuk voor een paar jaar: wat je niet hebt staan, kost je niks. Maar je moet het op lange termijn ook kunnen volhouden.”
“De koeien moeten dan ook echt wel ouder worden én blijven. Vorig najaar was er blauwtong in Nederland. Als zoiets gebeurt en je jongvee niet klaar staat, heb je automatisch een gat in je veestapel.”

Kennisdeling
Als demonstratiebedrijf ontvangt Corné ook groepen boeren van buiten het Netwerk op zijn bedrijf. “Je deelt dan je eigen kneepjes binnen het vak.” Ook volgt hij de online webinars die Netwerk Praktijkbedrijven organiseert. “Daarin hoor je bijvoorbeeld over metingen die verricht worden bij de onderzoeksbedrijven. En waar wel of niet een lijn in valt te bekennen.”
“Onlangs werd bevestigd dat schonere roosters voor minder ammoniak zorgen. Vanuit de praktijk kan je dat redeneren, maar als een meting je vermoeden bevestigt, geeft dat een extra zetje. Dan ga je eerder over op concrete stappen: hoe kan ik dat inrichten en bereiken?”
“Wij denken nu richting de toekomst aan een waterdruppelsysteem, een mestrobot die water meeneemt of een sproeier. Op het roosteroppervlakte zelf, waarop de koeien lopen, vindt blijkbaar de meeste emissie plaats. Als je het rooster snel schoon weet te maken scheelt dat enorm. Dat soort informatie neem ik mee.”
'Als een meting je vermoeden bevestigt, geeft dat een extra zetje'
Corné van Rees

Positieve benadering
Zijn blik richting de toekomst? “Ik zeg altijd maar: we rommelen door en zien wel waar het schip strandt”, zegt hij met een lach. “Al vanaf dat ik interesse kreeg in het vak is er van alles aan de hand. Daar leer je mee omgaan.”
Aankomende tijd hoopt hij zich meer te verdiepen in methaan, naast ammoniak een belangrijk speerpunt binnen het project. “Een serieus aandachtspunt. We weten nog niet goed hoe daarmee om te gaan. Kleinere reducties kunnen we behalen, maar het projectdoel van 30% reductie is vooralsnog een ander verhaal.”
Hij probeert in ieder geval in te zetten op het maaimoment en maai-interval. “Dus niet 6 weken wachten tot het volgende maaimoment, maar koersen op 4 weken. 80% van de methaanuitstoot ontstaat namelijk in de pens van de koe, en bij houtstof doet ze langer over het verteren. Dat probeer je zo te voorkomen.”
“Het is wel belangrijk om te zeggen: wij als boeren zijn niet als enige verantwoordelijk voor het probleem, maar kunnen wel oplossingen bieden”, concludeert hij. “Met die positieve benadering kom je het verst.”
'Wij als boeren zijn niet als enige verantwoordelijk voor het probleem, maar kunnen wel oplossingen bieden'
Corné van Rees
Beeld: Harry Kolenbrander
Bron: www.netwerkpraktijkbedrijven.nl