Wiersma: Methaanreducerend voer biedt melkveehouders grote kansen

Methaan (CH₄) is een krachtig broeikasgas waarvan 75 tot 80 procent van de veehouderij-uitstoot afkomstig is uit de pens van melkkoeien. Aanpassingen in het voer kunnen die uitstoot flink verlagen, afhankelijk van factoren als toepassen weidegang en aandeel snijmaïs in het rantsoen. In een pilot van FrieslandCampina, DSM en Agrifirm uit 2022 bleek dat toevoegingen aan het voer op 158 melkveebedrijven de uitstoot met zo’n 10.000 ton CO₂-equivalenten konden verminderen, zonder negatieve effecten op diergezondheid of melkproductie.
Wiersma wil dergelijke initiatieven stimuleren en meer kennis opdoen over de toepassing van deze innovaties. Het gebruik van methaanreducerende voeraanpassingen moet volgens haar onderdeel worden van de doelgerichte aanpak op het boerenerf. Daarmee verwijst ze naar de bredere inzet om emissies stapsgewijs te verlagen, vooruitlopend op nieuwe normen voor ammoniak en broeikasgassen.
Zeewier als kansrijke innovatie
Een veelbelovende ontwikkeling is het gebruik van rood zeewier (Asparagopsis taxiformis) als voeradditief. De stof bromoform in het zeewier kan de methaanvorming in de pens van koeien sterk afremmen. Uit onderzoek blijkt dat de stof wel in kleine hoeveelheden in melk voorkomt, maar niet in een mate die risico’s oplevert voor de volksgezondheid.
Wel waarschuwt het Bureau Risicobeoordeling & onderzoek (BuRO) voor mogelijke risico’s voor de pensgezondheid van runderen en schapen bij langdurig gebruik. De exacte veilige dosering is nog onbekend. Wiersma neemt die zorgen serieus: ‘Voer moet veilig zijn, en geen nadelige effecten hebben op diergezondheid of welzijn. Dat is een basisvoorwaarde,’ aldus de minister.
Ze roept producenten van diervoeder op om verder onderzoek te doen naar de veiligheid van zeewier in voer en vraagt melkveehouders die met het product experimenteren om de gezondheid van hun dieren extra te monitoren.
Praktische belemmeringen
Ondanks de bewezen reductie blijft het gebruik van methaanreducerende toevoegingen in Nederland beperkt. Volgens de minister komt dat vooral doordat de extra kosten nu nog niet volledig worden vergoed binnen de markt. ‘Door meer praktijkervaring op te doen, kunnen we beter bepalen hoe kosten verdeeld kunnen worden en hoe de acceptatie van het gebruik van methaanreducerende voeraanpassingen ligt,’ schrijft Wiersma.
Ze ziet hierin een gezamenlijke opgave voor overheid, voerindustrie en zuivelsector om de maatregelen rendabel te maken.
Internationale samenwerking
Nederland wil samen met andere Europese lidstaten optrekken in de ontwikkeling van veilige en effectieve methaanreducerende voeraanpassingen. Wiersma zal de aanbevelingen van BuRO meenemen in gesprekken in Europees verband.
‘De diervoedersector heeft een onmisbare rol in het produceren van duurzaam dierlijk voedsel,’ besluit de minister. ‘De uitdagingen zijn groot, maar met innovatie en samenwerking kunnen we nieuwe kansen verzilveren.’