FAO: Landbouw staat voor grote ruimtelijke veranderingen

Na de Tweede Wereldoorlog werd landinrichting vooral ingezet om voedselzekerheid te waarborgen. Boerenbedrijven werden vergroot en versnipperde percelen werden samengevoegd. Dat maakte het mogelijk om efficiënter te werken en de productie te verhogen.
Vanaf de jaren zeventig kwamen daar andere doelen bij, zoals natuurontwikkeling en recreatie. Sinds de jaren 2000 zijn provincies verantwoordelijk voor de uitvoering van landinrichtingsprojecten en gebeurt dit steeds vaker via vrijwillige regelingen, waarbij boeren zelf aangeven of en hoe ze mee willen doen.
Natuur- en waterdoelen
Volgens het rapport vragen de huidige natuur-, water- en klimaatdoelen om grote veranderingen in het gebruik van landbouwgrond. Scenario’s laten zien dat op honderden duizenden hectares landbouwgrond een andere inrichting nodig is om Europese natuur- en waterdoelen te halen.
Daarnaast rekenen provincies erop dat minstens 165.000 hectare landbouwgrond tegen 2035 minder intensief gebruikt zal moeten worden. Dat kan betekenen dat boeren minder mest gebruiken, minder vee per hectare houden of op een andere manier hun bedrijfsvoering aanpassen.
Hoge grondprijzen
De FAO wijst erop dat deze opgaven niet zonder problemen zijn. De hoge grondprijzen in Nederland, die in 2024 gemiddeld 85.300 euro per hectare bedroegen, maken het moeilijk om grond aan te kopen voor nieuwe doelen. Daar komt bij dat de grondmobiliteit afneemt, waardoor grond minder vaak van eigenaar wisselt en provincies minder ruimte hebben om in te grijpen.
Ook zijn er nog weinig beproefde financiële instrumenten beschikbaar om boeren te ondersteunen bij extensivering. Tegelijkertijd zorgen de plannen voor maatschappelijke en politieke spanningen, zichtbaar in de vele boerenprotesten van de afgelopen jaren.
Prioriteiten kiezen
Het rapport benadrukt dat succes alleen mogelijk is wanneer duidelijk wordt gekozen waar de prioriteiten liggen en wanneer er voldoende capaciteit beschikbaar is om plannen uit te voeren.
Ook is het volgens de FAO nodig om instrumenten zoals grondbanken en nieuwe financiële regelingen te ontwikkelen. Cruciaal is bovendien dat boeren en grondeigenaren actief worden betrokken bij de veranderingen. Zonder hun steun en medewerking zijn de ambities voor natuur, water en klimaat nauwelijks haalbaar.