
Video: Melkveehouder Toxopeus focust op droge koeien en jongvee-opfok
Bas Toxopeus maakt onderdeel uit van de maatschap Gunnewijk-Toxopeus-Van Ittersum en bestaat uit de broers Gerard en Huub Gunnewijk, Bas Toxopeus en Rob van Ittersum. Het bedrijf telt 144 melkkoeien en 70 stuks jongvee en in totaal is 72 ha grond in gebruik.
Bas: 'We letten sterk op goede omstandigheden voor de koe. Jongvee blijft bij ons lang op stro en we zijn erg scherp op de droogstand. Een goede opstart is cruciaal. We hebben nauwelijks gezondheidsproblemen en uitval in de eerste vier maanden van de lactatie. De levensproductie zit de laatste zes jaar tussen de 54.000 en 61.000 kg melk. De gemiddelde leeftijd is 7 jaar en 8 maanden. Daar zijn we trots op.'
Het teeltbedrijf van de familie Smits in De Heurne beslaat 80 ha met onder andere pompoenen, boerenkool, aardbeien en asperges. Het bedrijf richt zich op lokale afzet. Een deel van de teelt is biologisch. De teler werkt veel samen met melkveehouders, zowel met gangbare als biologische.
Gert: 'Om destijds met bio op te kunnen starten, hadden we melkveehouders nodig. We konden wel grond pachten waarvan de verpachters de grond graag biologisch beteeld wilden hebben. Dan moest de grond wel eerst in omschakeling. Als akkerbouwers konden we in die periode niets met die gronden. Biologische melkveehouders mogen gras in omschakeling wel bewerken en oogsten. Zo ontstond een samenwerking. De grond in omschakeling ging naar de melkveehouders en daarvoor in ruil kregen wij SKAL-gecertificeerde gronden van hen terug waar we akkerbouwmatig mee verder konden. Op die manier hebben we niet de omschakelkosten gehad. De melkveehouder was hier mee ook geholpen omdat hij eens in de circa vijf jaar zijn grond graag wilde scheuren omdat het aandeel klaver fors was teruggelopen.'
Het bedrijf maakte de overstap van prei naar pompoenen omdat pompoenen een nicheteelt is en om zo meerwaarde te creeëren. 'Prei was echt een productieteelt en paste ons minder goed door de benodigde arbeid en chemie en het kunstmestgebruik dat onder druk kwam te staan.'
Beeld: Anouk Hemmink