
Petter voert al twintig jaar automatisch: ‘Het systeem voert, maar wij sturen het’

De familie Petter werkt al bijna 20 jaar met een automatisch voersysteem. De interesse voor de techniek werd bij Henry Petter gewekt tijdens een open dag. Ze stonden destijds voor nieuwbouw en uitbreiding van de ligboxenstal. De familie zocht naar mogelijkheden om zowel de efficiëntie als dagelijkse regelmaat te verbeteren. Tijdens de open dag maakte Petter kennis met een voerrobot. Het getoonde systeem paste echter niet bij hem vanwege het ontbreken van een voorraadsysteem. „Ik wilde niet alsnog vastzitten aan het dagelijks voeren”, legt hij uit. Maar het idee je strakker op de kilo’s kunt voeren en veel vaker kleine porties aan de koeien kunt aanbieden, sprak hem wel aan. „Bovendien scheelt het arbeid.”
Doorontwikkelen
Het verbeteren van efficiëntie en arbeid van het voeren speelde dus een belangrijke rol voor de interesse. Tijdens de open dag kwam Petter in gesprek met wat achteraf Cees Liet, medeoprichter van Trioliet uit Oldenzaal bleek te zijn. „Ze waren bezig met het ontwikkelen van een automatisch voersysteem en zochten een bedrijf waar het systeem in de praktijk konden testen en doorontwikkelen.” Petter ging met het bedrijf in zee. Ze waren daarmee de eerste in Nederland met dit systeem. Dat hield in de begintijd in dat er regelmatig monteurs en ontwikkelaars op het bedrijf aanwezig waren om te kijken welke verbeteringen nodig waren, zoals de mogelijkheid voor het aanschuiven van het voer voor de koeien.
De 250 melkkoeien in de 3+3-ligboxenstal met diepstrooiselboxen worden sindsdien dagelijks 12 keer gevoerd. Het leverde een hogere voeropname op. „De koeien selecteren daardoor minder en het rantsoen blijft homogener. Dat geeft rust aan het voerhek en in de koppel. Bovendien krijgt elke koe exact hetzelfde rantsoen. Bovendien kun je ook een kleine koppel van vijf koeien hiermee makkelijk voeren”, vertelt Henry’s zoon Arie.
Van 80 ton voer 15 kilo restvoer
Daarnaast neemt het systeem het nodige werk uit handen. „Nu kunnen we op vrijdagmiddag de voorraadbunkers met kuilgras, maïs, stro en eventueel voederbieten vol zetten. Je hebt dan voor het hele weekend voldoende voer. De koeien vreten het voer schoon op. Van de 80 ton voer dat we wekelijks verstrekken houden we maar 15 kilogram restvoer over”, weet Herman van Dijk, met wie Henry en Arie Petter samen een maatschap vormen. Het weinige restvoer komt voor een belangrijk deel doordat de familie met blokken voer werkt die ook in de voorraadbunker compact blijven. Daardoor hebben ze nauwelijks last van broei.
Lees verder onder de foto's
Maatschap Petter heeft de melkveestapel in drie productiegroepen ingedeeld: hoogproductieve koeien, laagproductieve koeien en koeien in de droogstand. Deze laatste groep krijgt 2 tot 3 keer per dag voer verstrekt.
De melkgevende koeien krijgen een rantsoen van voorjaars- en zomergras en eiwitrijk najaarsgras, snijmaïs, bietenpulp, maïsmeel, stro aangevuld met een eiwitmix van raapschroot en soja, soms grasbrok en seizoensmatig voederbieten. Indien nodig voegen ze ook water aan het rantsoen toe. Daarnaast verstrekken ze mineralen op maat. „Het mooie van automatisch voeren is dat je heel nauwkeurig kunt voeren. Het systeem doseert het krachtvoer op tienden kilo’s (100 gram) nauwkeurig. Ook het ruwvoer wordt heel zorgvuldig afgewogen. Daardoor is de samenstelling altijd heel constant”, legt Herman uit.
Weidegang
Sinds vijf jaar past de familie Petter weidegang toe door middel van standweiden. De koeien lopen dan een maand lang in een 25 hectare groot perceel. „Komt er veel jong gras binnen met veel snel eiwit, dan schuiven we direct bij: we voeren een halve kilo minder eiwit bij en bouwen dat in een week weer op. Anders zakt de melk weg. Die fijnregeling kun je makkelijk doen met automatisch voeren. Bovendien kun je de frequentie van voeren aanpassen. In de weideperiode voert de voerrobot minder.”
Sowieso houdt de maatschap zelf dagelijks goed in de gaten of de koeien voldoende voer voor hebben, of juist te weinig. Mocht er te weinig voer bij de koeien liggen, voeren ze een extra portie in. Hun uitgangspunt is dat er altijd genoeg aan het voerhek ligt, zodat een koe niet misgrijpt.
Minder stress onder de koeien
Wat levert de hoge voerfrequentie de melkveehouders op? De familie heeft onvoldoende vreetplekken om alle koeien tegelijk te voeren. Maar stress onder de koeien geeft dat niet, vertelt Herman. „Het mooie van dit systeem is dat er altijd wel wat voer voor de koeien ligt, maar nooit te veel. Koeien kunnen op hun eigen tempo vreten. Rangorde speelt minder, want er komt toch steeds weer nieuw voer bij. Dat zie je terug in de rust in de koppel, maar ook aan het voerhek.”
Voor een goede opname en hoge voerefficiëntie is het belangrijk dat de voerrobot het voer zorgvuldig mengt. Koeien pikken niet de smakelijkste componenten eruit, want het rantsoen is homogeen. Door suikerrijke en smakelijke producten als voederbieten in kleine porties te voeren, ontstaan er minder schommelingen in de pens-pH. Bovendien laten ze de hoeveelheid voederbieten afhangen van of een kuil al dan niet suikerrijk is. Bevat een kuil namelijk veel suiker, dan krijgen de koeien minder voederbieten verstrekt.
Kuilgras en voederbieten
De familie kuilt hun gras deels zelf in met een opraapwagen. Daardoor komt het gras volgens Arie en Herman wat grof en minder homogeen in de kuil. In de toekomst willen ze het gras laten hakselen waardoor het homogener wordt en makkelijker te bewerken door de voerrobot.
Het rooien van de bieten is een ‘hobby’ van Henry. Dat doet hij zo’n twee tot drie keer per week met behulp van een eenrijige bietenrooien. De bieten worden opgeslagen in een voersilo en voordat ze naar de voorrraadbunker gaan, zo’n twee tot drie keer per week, versnipperd. Er ligt dan een grote voorraad van 10 tot 12 ton klaar.
Kijken naar structuur mest
Herman verzorgt op het melkveebedrijf het insemineren van de koeien. Dagelijks kijkt hij naar de meststructuur van de koeien. „Te veel onbestendig eiwit (DVE, red.) herken je aan spanning in de darmen en aan de samenstelling van de mest”, vertelt hij. „Daar sturen we direct op door het DVE naar beneden bij te stellen. De dierenarts die maandelijks op bedrijfsinspectie komt, laten we ook regelmatig naar de mestsamenstelling kijken, om de penswerking van de koeien te beoordelen.” Dat gaat al heel lang goed. De melkveehouderij heeft aanzienlijk minder lebmaagverdraaiingen sinds de intrede van de voerrobot. Dat ziet ook Henry. „Het systeem voert, maar wij sturen het. Maar je moet wel alert blijven en elke dag je koeien en de mest lezen.”
Lees verder onder de foto's
De familie Petter werkt met drie groepen: hoogproductief, laagproductief en droog. Vroeger hadden ze aparte close-up en far-off groepen, maar dat leverde veel stress op bij het verplaatsen. Daarom zijn ze daarmee gestopt. „De koeien lopen in grotere, stabielere groepen. Het systeem past het rantsoen per groep aan”, legt Herman uit.
Het jongvee houden ze in een oude ligboxenstal. Die worden met een zelfrijdende voermengwagen uit 1993 met verticale vijzel gevoerd. Het jongvee krijgt vooral de losse producten van de sleufsilo, zoals de strepen langs de wanden die niet uitgesneden kunnen worden.
Weinig storingen
De hardware (onder andere voorraadbunker en rails in de stal) van de voerrobot bij Petter hangt al in de stal vanaf het begin. Wel werd de 4 kuub grootte voerbak die aan de rails in de stal hangt al na drie jaar vervangen omdat die te veel was aangetast door de zuren van het ruwvoer. De nieuwe voerbak bevat meer kunststof en is daardoor minder zuurgevoelig en houdt het inmiddels al zeventien jaar vol. De software (bediening) werd in de loop van de jaren wel steeds vernieuwd en bij de tijd gehouden.
Wat vindt de familie van de investeringskosten van een automatisch voersysteem? „We hebben vanwege de voorraadbunkers wel een wat duurder systeem”, vertelt Henry. „Als je het vandaag zou aanschaffen, zit je zo aan de tweehonderd à driehonderd duizend euro. Maar ik vraag me af of het verschil met andere systemen dan nog zo groot is. Het moet uiteindelijk concurreren met een loonwerker die één keer per dag voert, terwijl wij hier twaalf keer per dag voeren.”
De voerrobot heeft ook onderhoud nodig. Messen, vijzels en kettingen slijten door de tijd. Maar de kwaliteit van de materialen wordt steeds beter en ze kunnen bij een storing snel vervangen worden. Bovendien vindt de familie Petter goed en regelmatig onderhoud belangrijk. In de afgelopen kleine twintig jaar stond de installatie maar ongeveer drie dagen stil vanwege een grote storing. „Kleine storingen lossen we vaak zelf op”, vertelt Herman, „terwijl voor grotere een monteur wordt ingeschakeld.”
Lage energiekosten
De familie Petter ziet een duidelijk verschil in energiekosten tussen automatisch voeren en het gebruik van een traditionele voermengwagen. Waar ze met een grote menger voor 250 koeien dagelijks zo’n 20 tot 25 euro aan diesel kwijt zouden zijn, volstaat een kwartier tot twintig minuten per dag om de voorraadbunkers met een shovel te vullen. Dat levert volgens hen een aanzienlijke besparing op in de dagelijkse energiekosten. Een groot deel van de elektriciteit is bovendien afkomstig van de eigen zonnepanelen.
Als pioniersbedrijf met een automatisch voersysteem ontving de familie Petter geïnteresseerden uit buiten- en binnenland. Hun belangrijkste advies aan collega-melkveehouders? „Kijk bij de keuze voor een automatisch voersysteem niet alleen naar de aanschafprijs, maar vooral naar de arbeidsvrijheid die het systeem biedt. Goedkopere oplossingen vragen vaak toch dagelijks werk en leveren minder flexibiliteit op. Onze ervaring leert dat investeren in een systeem dat meerdere dagen vooruit kan voeren rust geeft, ook bij storingen, en dat de arbeidswinst en betrouwbaarheid de hogere kosten uiteindelijk rechtvaardigen”, aldus Henry Petter.
Melkveebedrijf Petter
Henry Petter, zoon Arie en Herman van Dijk houden 250 melkkoeien en 120 stuks jongvee in Ommen (OV). Ze hebben 133 hectare grond in gebruik waarvan 26 hectare maïs en 4 hectare voederbieten. Het rollend jaargemiddelde van de HF-veestapel bedraagt 9.850 kilogram melk met 4,58 procent vet en 3,56 procent eiwit.
Hoewel de koeien automatisch worden gevoerd, worden de koeien nu nog gemolken in een 28-stands carrouselmelkstal. Met hun aantal koeien zouden ze vier tot vijf melkrobots nodig hebben. Dat is wel iets waar ze naar kijken. Ze vonden het altijd belangrijk om de koeien twee maal daags te zien, maar de techniek van het robotmelken is volgens hen inmiddels zover ontwikkeld dat het de gezondheid, welzijn en andere aandachtspunten, zoals tochtigheid van de koeien goed in de gaten kan houden.
Het bedrijf is onlangs gestopt met het houden van slachtkuikenouderdieren. Dat bood hen de mogelijkheid om de silo voor voeropslag die daardoor vrijkwam te gebruiken voor de koeien.
Serie: Automatisch voeren bij melkvee
Melkvee start met een zesdelige serie over automatisch voeren. In de reeks laten we onafhankelijke specialisten én melkveehouders aan het woord. Hun kennis en ervaring geven inzicht in wat automatisch voeren kan betekenen voor koe, veehouder en bedrijfsvoering.
Deel 1: Waarom automatisch voeren?
In dit eerste deel staat de vraag centraal waarom melkveehouders zouden kiezen voor automatisch voeren. We kijken naar arbeidsgemak, efficiëntie en de voordelen voor diergezondheid, zoals een stabielere pens en minder stress. Ook bespreken we de rol van automatisch voeren bij werkplezier en de toekomstbestendigheid van melkveebedrijven.
Twee themadagen
Bij dit zesluik horen ook twee themadagen:
- 7 oktober in Allardshoog, Bakkeveen
- 13 november in Boerengoed Enspijk
Tijdens deze bijeenkomsten ligt de nadruk op kennis en inhoud. Plenaire lezingen en drie workshops gaan in op diergezondheid en arbeid, voeding en financiën. Ook delen melkveehouders hun praktijkervaring.
Het middagprogramma is bedoeld voor de agribusiness (op uitnodiging), de avond voor melkveehouders (open inschrijving). Meer informatie en aanmelding is te vinden op melkvee.nl/evenementen.