ABN Amro: krimp melkveestapel dwingt zuivelsector tot omslag

Voor zuivelverwerkers wordt de concurrentie om de melkveehouder scherper dan ooit. ‘Zuivelverwerkers hebben grote fabrieken staan met kapitaalintensieve productielijnen en worden de komende jaren geconfronteerd met een afnemende melkplas. Hierdoor kan overcapaciteit ontstaan’, schrijft de bank.
Nederland telt ruim vijftig zuivelfabrieken. Als de daling doorzet, verwacht ABN Amro dat richting 2030 drie tot vier fabrieken zullen sluiten. Sommige productielocaties zouden al bij een bezetting onder tweederde van hun capaciteit verliesgevend worden. Dit verlies kan bij lange na niet worden weggewerkt met de gestaag stijgende productie per melkkoe.
Melk uit Duitsland en België
Om voldoende melk veilig te stellen, proberen verwerkers melkveehouders te binden met hogere prijzen en premies voor duurzaamheid, bijvoorbeeld voor weidegang of biodiversiteitsmaatregelen. Dit zorgt voor hogere melkprijzen. Melkveehouders zijn door de toegenomen concurrentie sneller dan voorheen geneigd te wisselen van zuivelverwerker om zo een betere prijs te krijgen voor hun product.
Het bedrijf die de strijd om de melkstroom verliest, gaat de pijn voelen en zal op termijn productie moeten afschalen. Daarom kijken zuivelondernemingen nadrukkelijk over de grens, naar melk uit Duitsland en België. Maar ook deze landen kampen met een krimpende veestapel. De bank verwacht dat de krimp van het aantal biologische bedrijven zeer klein blijft. Hierdoor zal het aandeel biologische melk op de totale melkplas iets stijgen.
Korte termijn meer rundvlees
De krimp van de melkveestapel werkt direct door in de rundvleesketen. Veel rundvlees komt immers uit de melkveehouderij. Op de korte termijn kan de afname zelfs leiden tot een tijdelijke piek in rundvleesaanbod, doordat melkveehouders versneld hun veestapel verkleinen of stoppen. Maar structureel wordt ook hier een daling van 15 tot 18 procent verwacht.
Vooral slachterijen krijgen het zwaar. Zij zijn afhankelijk van grote volumes en kampen met hoge kapitaalkosten. ‘Overcapaciteit ligt op de loer, sanering van slachtcapaciteit lijkt daarbij onvermijdelijk,’ concludeert ABN Amro.
Naar een nieuw evenwicht
Volgens de bank biedt de krimpende veestapel niet alleen bedreigingen, maar ook kansen. Bedrijven kunnen inzetten op toegevoegde waarde in plaats van bulkproductie. Voorbeelden zijn speciale kazen, sportvoeding of premium-vleesconcepten. Daarnaast ontstaat ruimte voor hybride producten waarin dierlijke en plantaardige eiwitten worden gecombineerd. Uit onderzoek blijkt dat vooral jongere en hogeropgeleide consumenten openstaan voor zulke producten, zoals hybride melk of gehakt.”
De centrale boodschap van ABN Amro is duidelijk: de sector moet verschuiven van volume naar waarde. Waar voorheen bulkproductie voor de wereldmarkt de norm was, komt er nu nadruk op lagere volumes, hogere kwaliteit en een lagere milieubelasting. Daarmee kan volgens de bank een nieuw, toekomstbestendig verdienmodel ontstaan: van meer naar beter.

Tekst: Stefan Buning
Geboren en getogen op een melkveebedrijf in de Achterhoek. Sinds 1998 werkzaam als redacteur bij Agrio. Als chef Melkvee is hij samen met zijn team verantwoordelijk voor het kritisch volgen van alles wat er in en om de melkveehouderij in Nederland gebeurt.
Beeld: Susan Rexwinkel
Bron: ABN Amro