Mais beter bewaren met juiste inkuilmiddel

Voor wie dit jaar de mais op tijd heeft gezaaid zal zich waarschijnlijk herkennen in het volgende: een goede groei van de plant en een mooie kolfontwikkeling. Bij later gezaaide mais heeft de plant minder tijd gehad om voldoende blad te ontwikkelen. Daardoor kan de kwaliteit wat tegenvallen.

Goed inkuilmanagement is de basis om de maximale voederwaarde binnen te halen. Begin tijdig met plannen en loop regelmatig het perceel in om de stand en afrijping te volgen.

Tip 1: Zo bepaal je het juiste hakselmoment

Bij te vroeg oogsten bevatten de kolven vaak niet genoeg zetmeel en zit er nog veel vocht in wat resulteert in een te laag drogestofpercentage. Als je te laat oogst en de plant aan het verdrogen is, neemt de voederwaarde af en het risico op broei toe, omdat te droge mais lastig aan te rijden is. Begin met hakselen wanneer de bladeren nog groen zijn en houd een drogestofpercentage aan tussen de 34 en 38%.

Het juiste hakselmoment kun je ook bepalen door een klein testje te doen; neem een paar korrels uit verschillende kolven en druk in de korrels op verschillende plekken. De bovenste korrels van een kolf zouden een zachte, kaasachtige structuur moeten hebben en een duimnagel mag geen afdruk achterlaten in de korrels aan de basis van de kolf. Bij de korrels in het midden van de kolf moet de melklijn, de plek waar de melkachtige vloeistof verandert in vast zetmeel, voor de helft uit zachtgeel zetmeel bestaan.

Tip 2: Stel de juiste stoppelhoogte in

Voorkom een te hoog ruw as percentage in de kuil en zorg ervoor dat je minimaal 15 cm van de stoppel laat staan. De stoppel bevat een lage voederwaarde en brengt via gronddeeltjes ongewenste kiemen met zich mee. Voor de haksellengte geldt: haksel tussen de 0,6 en 1,2 cm. Dit is lang genoeg voor een efficiënte pensvertering maar wel kort genoeg om broei te voorkomen.

Tip 3: Zorg voor een schone kuilplaat

Je kan nog zo je best doen om een goede maiskuil te maken, maar als je niet de puntjes op de i zet, heeft dit gevolgen voor de kwaliteit. Zo is het belangrijk om de kuilplaat goed schoon te maken voordat je gaat inkuilen; oude resten kunnen zorgen voor schimmels en anders ongewenste kiemen in de kuil. In het geval van een sleufsilo hang je plastic van goede kwaliteit klaar. Vergeet ook niet om de aanrijdroute schoon te houden, zodat er zo min mogelijk gronddeeltjes via de banden in de kuil komen.

Tip 4: Gebruik een inkuilmiddel

Door een slechte conservering en broei kunnen de verliezen oplopen tot wel 10%. Een inkuilmiddel zoals Ecocool bevat MTD/1 melkzuurbacteriën en zorgt voor een snelle pH-daling en daarmee een snellere conservering. Daarnaast bevat het PJB/1 azijnbacteriën die gisten en schimmels remmen en broei beperken bij uitkuilen. De dubbele werking van conserveren en broei remmen is ideaal voor de maiskuil. In een goed geconserveerde kuil blijft de voederwaarde behouden én het is smakelijker voor de koeien.

Bij te droge mais is het risico op broei groter. Daarnaast kan een late zaaidatum, nat perceel of ziekte/stress in het gewas zorgen dat er meer ongewenste kiemen, zoals gisten in schimmels in de kuil terecht komen. In een van deze gevallen is het advies om DA Ecostable met melkzuurbacteriën en kaliumsorbaat te gebruiken. Kaliumsorbaat maakt ongewenste kiemen direct onschadelijk. Ook voor kuilen die sneller dan 6 weken na inkuilen open moeten is DA Ecostable het advies.