
Gevolgen einde derogatie voor gebruik gras- en bouwland

Gewasrotatie op bouwland
Sinds 2023 hebben landbouwers te maken met verplichte gewasrotatie op bedrijfs- en perceel niveau (GLMC7). Bedrijven met meer dan 75% grasland, braak en/of vlinderbloemige gewassen zijn vrijgesteld van deze verplichte gewasrotatie-eis. Deze vrijstelling geldt niet voor de rustgewasverplichting op zand- en lössgrond. Deze verplichting komt namelijk ook voor in de ‘mestwetgeving’.
Is je bedrijf vrijgesteld? Dan hoef je niet te voldoen aan onder andere de eis dat je ieder vierde jaar een ander gewas op hetzelfde perceel teelt als hoofdteelt. Hierdoor heb je de mogelijkheid om op zand en lössgronden de rustgewasverplichting in te vullen door een korte of vroege geoogste teelt van snijmais, gevolgd door een onbemest vanggewas dat vóór 1 september is gezaaid. Het is niet toegestaan om het vanggewas door middel van onderzaai te telen.
Vooruitkijken naar 2026
Ook als je bent vrijgesteld is het slim om vooruit te kijken naar 2026 en verder. In 2026 vervalt namelijk de derogatie. Maar als het aandeel grasland op bedrijfsniveau 75% of minder wordt, vervalt ook je vrijstelling voor GLMC 7. Je moet vanaf dan aan alle voorwaarden van GLMC 7 voldoen. Hierdoor is onder andere continuteelt snijmais niet meer mogelijk.
GLMC 7
Binnen GLMC 7 zijn er, naast de rustgewasverplichting op zand- lössgronden, de volgende voorwaarden:
- gewasrotatie op 1/3 bouwland: op 1/3 deel van het bouwland, op bedrijfsniveau, moet je jaarlijks een ander gewas telen dan in voorgaand jaar. Dit mag ook een andere gewascode zijn (dus bijvoorbeeld MKS of CCM in plaats van snijmais). Een volgteelt na de hoofdteelt wordt ook gezien als een ander gewas, mits de volgteelt blijft staan tot de hoofdteelt in het opvolgende jaar;
- ieder vierde jaar een andere hoofdteelt: de tweede voorwaarde levert de meeste beperkingen op. Deze is namelijk op perceelniveau. Je moet ieder vierde jaar een ander gewas als hoofdteelt telen. Dit mag ook een andere gewascode zijn, maar dit betekent dat er maximaal 3 jaar hetzelfde gewas op een perceel kan staan. Deze verplichting is niet in te vullen met een volgteelt.
Bouwplan 2026
Continuteelt van bijvoorbeeld snijmais is, zonder vrijstelling (75% gras), niet mogelijk. Heb je in 2023 tot en met 2025 snijmais geteeld op een perceel en heb je geen vrijstelling? Dan moet je in 2026 op het betreffende perceel een ander gewas als hoofdteelt telen.
Gevolgen goed in beeld brengen
Het is dus belangrijk om de gevolgen voor het laten vallen van de vrijstelling goed in beeld te brengen. In de overweging om meer dan 75% grasland te behouden moet je onder andere grondsoort, perceel ligging, rustgewasverplichting en voorgaande bouwplannen meenemen.
Daarnaast komen er in de (nabije) toekomst mogelijk extra regels zoals graslandnorm voor de melkveehouderij of blijvend graslandnorm, om het areaal grasland niet te ver te laten dalen (naast GLMC 1: instandhouding blijvend grasland op nationaal niveau).
Meer weten?
aaff is graag overal van betekenis. Vraag je je af hoe jij het beste kunt omgaan met de rustgewassenverplichting in jouw bouwplan? Neem dan contact op met een van onze adviseurs.
Tekst: Tim Ruijs