Beste kampioenes op veekeuring in Vriezenveen

In de jaren 60 en 70 van de vorige eeuw deden de Vriezenveense boeren mee aan de centrale fokveedag van de toenmalige KI-vereniging Hellendoorn met deelnemers uit het hele werkgebied van die KI. Na deelname aan 12 van zulke edities werd de fokveedag teruggehaald naar Vriezenveen en vanaf die tijd is het weer een plaatselijke keuring.

Twente is op dit moment een hotspot voor fokkerijliefhebbers. Afgelopen zaterdag, daags na de keuring in Wierden, waar veehouders van de fokstudieclubs uit Almelo en Wierden aan meedoen, volgde de keuring in het aan beide gemeentes grenzende Vriezenveen. Beide keuringen kunnen voor deze tijd hoge deelnamecijfers overleggen en voor beide keuringen geldt dat de top ook op landelijk niveau mee kan dingen om de prijzen. En bij beide keuringen zijn er opvallend veel jonge mensen actief bij het voorbrengen en toiletteren van de koeien.

Kwaliteitsvaarzen

In Vriezenveen pakte in de eerste vaarzenrubriek Adorèll Jane van de familie Bom de koppositie, een sterk geuierde, mooitypische Adorable-dochter. Ze werd gevolgd door de sympathieke Martha 222, een Remedy-dochter van de familie Aalderink met veel fijnheid. Hart 692 van de familie Zomer, een mooitypische Sidekick-dochter legde beslag op de derde plaats. In de tweede rubriek ging het niveau vooral in de breedte een stap omhoog. De grote, lange De Weiteman Barbie 3 van de familie Dekker kreeg hier de voorstap. De roodbonte Ranger-red-dochter bezat een fijne huid en een hele beste, soepele uier met een sterke ophangband en een mooie beadering. Stalgenote De Weiteman Marie 345 kwam op de tweede plaats, een goed ontwikkelde, lange Victor-dochter met upstanding en een mooi type met diepe ribben.

Op de derde plaats volgde Wilskracht Warsi 1640, een Luster-P-dochter van de bekende Bram-dochter Wilskracht Warsi 879 van Emiel Willems. Sinds de opheffing van melkveebedrijf Abbink lopen de koeien van bedrijfsleider Willems verspreid over de bedrijven van de families Mensink en Hoff. Warsi 1640 staat bij Mensink. Een mooie evenredige vaars met een beste uier. Het mooie, evenredige type hield in deze rubriek aan tot de allerlaatste vaars.

De familie Winter volgde met een brede, sterke vaars van de eigen stier Winters Farm Yesta op de vierde plek, de volgende drie plekken waren voor drie volle zusters, die verdeeld waren over de bedrijven van Mensink en de familie Hoff. Alle drie Luster-P’s uit Jaffa-dochter Wilskracht Warsi 1311, een kleindochter van Warsi 879. Daarna volgde nog een mooitypische Ranger-dochter van de familie Jonker, een sterke afsluiting van een zeer goede rubriek met daarin veel familiebanden.

In de derde vaarzenrubriek vond de jury een mooi kopnummer in Hart 691, een mooitypische Bridgestone-dochter met veel kwaliteit, wat onder andere tot uitdrukking kwam in haar fijne huid en beste, soepele uier met een sterke ophangband. Achter haar volgde opnieuw een dochter van Wilskracht Warsi 1311, Warsi 1580. De goed geuierde, lange en sterke Cartoon-P-dochter loopt op het bedrijf van Hoff. De derde plaats ging naar De Weiteman Laurie 14 van Dekker, een prachtige vaars met een zeer evenredige en correcte bouw. De uier van de oudmelkte Barolo-dochter was in de rubriek nog wat weinig gevuld, wat een hogere plaatsing belette.

’s Middags in de kampioenskeuring was de uiervulling van De Weiteman Laurie 14 beter en mocht ze aansluiten bij de 1A’s van de drie vaarzenrubrieken voor de finale. Haar lactatiestadium bleek toch een te groot obstakel om in de prijzen te vallen. Als kampioene koos de jury voor stalgenote De Weiteman Barbie 3, de reservetitel ging naar Hart 691 en de eervolle vermelding was voor Adorèll Jane.

Middenklasse met uitzonderlijk kopnummer

De middenklasse bestond uit maar liefst vier goed gevulde rubrieken in Vriezenveen. In de eerste plaatste de jury, bestaande uit Jacco Posthumus en Gerrit van der Kolk, Winters Farm Nellie 261 op kop, een lange, gerekte King Doc-dochter met upstanding en een hoge achteruier. De normaal ontwikkelde, correct gebouwde Ranger-Red-dochter Sudena Lieke 6 van Mensink kreeg de tweede plaats.

In de tweede rubriek , die gekeurd werd door Jan Steegink en Henk Deterd, kreeg De Weiteman Dina 288 de voorstap. De Pepper-dochter van Dekker was fraai van type met een mooie balans van melktype en kracht en beschikte over een beste, brede uier. De lange, melktypische Ranger-dochter Toos 897 van de gebroeders Schipper kreeg de tweede plaats toebedeeld. Winters Farm Truusje 559 volgde op de derde plek. De Diamond-dochter van Winter toonde zich een sterke koe met een diepe voorhand en diepe ribben. Apina Massia 291 van de familie Coppelmans uit Beerzerveld moest genoegen nemen met een positie achterin deze sterke, goed aanhoudende rubriek, maar toonde zich een beste boerenkoe, die eenieder graag op stal zou hebben. De degelijke Abundant-dochter was niet de grootste, maar had ruime breedte-en dieptematen en was zeer correct gebouwd en afgewerkt.

De derde rubriek van de middenklasse werd aangevoerd door Hiske 487 van de gebroeders Schipper, die na een aantal jaren van afwezigheid weer teruggekeerd waren met hun diepe Toos- en Hiske-koestammen, die decennialang sterk het beeld in Vriezenveen hielpen bepalen. De melktypische Ranger-dochter Hiske 487 was nog maar drie weken aan de melk, maar liet zich al goed zien. De mooitypische, sterke en degelijke Winters Farm Nellie 243 van Winter legde beslag op de tweede plaats. De Abundant-dochter toonde een beste achteruier. Dina 181, een goed geuierde, sterke Nirvana-dochter van de familie Jonker volgde op 1C.

De vierde rubriek vormde het klapstuk van de middenklasse. Op kop kwam de uitzonderlijke Tina 7 van Bom. Een geweldige koe met veel kwaliteit. De Evert-dochter toonde zich jeugdig, zeer fraai van type met veel fijnheid, super droge benen en was afgewerkt met een geweldige uier. Stalgenote Riek 176, eveneens een Evert-dochter, deed slechts weinig onder voor haar halfzus en bezette de 1B-positie. Ze was wat zwaarder dan haar halfzus en toonde een diepe middenhand, maar moest wat ras en kwaliteit betreft, nipt voorrang verlenen aan Tina 7. Schipper hield het niveau in de rubriek goed vast met de correcte Toos 889, een lange, attente Lunar-dochter met diepe ribben en mooie parallelle voorbenen. Ook Winters Farm Truusje 535 van Winter kon het niveau goed vasthouden. De Helix-dochter was ruim gebouwd met royale breedte- en dieptematen met diepe ribben en een beste uier. Marie 553 van de familie Pot, een melktypische Abott-dochter met een mooie ribwelving legde beslag op de vijfde plaats in deze sterke rubriek.

Om vier koeien over te houden voor de finale moest een aantal beste koeien weggestuurd worden. Het viertal dat overbleef was dan ook van hoog niveau. En toch kwam er maar één koe in aanmerking voor de hoogste eer: Tina 7. Ze pakte de titel voor de fraaie De Weiteman Dina 288. De eervolle vermelding ging naar Riek 176, Hiske 487 completeerde het finaleviertal.

Imponerende oude koeien

De oudere koeien vormden een imponerende klasse met best bewaarde, degelijke koeien met hoge producties tot achteraan in de rubrieken. In de eerste rubriek kwam Winters Farm Truusje 520 van Winter op kop. De Ranger-dochter straalde van kop tot staart en toonde zich een royaal ontwikkelde, lange, diepe koe met een fijne huid, die uitgerust was met een hele beste uier en goede benen. De degelijke, correcte en goed geuierde De Weiteman Dina 264, een Redstar-dochter van Dekker volgde haar op 1B. De derde plaats was voor de lange en sterke Julandy-dochter Emma 3 van de familie Smelt.

In de tweede rubriek was er geen enkele discussie over welke koe voorop moest. Oud-kampioene Truus 1136 van Zomer stond er geweldig voor. De Impression-dochter was nog maar ruim 3 weken aan de melk en gaf alweer 68 kg melk, maar dat deed ze ogenschijnlijk met speels gemak. Ze straalde en toonde haar fraaie type in optima forma. Ze was zeer evenredig gebouwd en beschikte over een fantastische uier en beste benen. Een hele beste koe. Ze werd gevolgd door de goed bewaarde, correcte Pepper-dochter Jopie 534 van Jonker. Die kreeg de voorstap voor 3Star Oh Aileen Red van Mensink , een Rubels-dochter met een fraai melktype en een best beaderde uier. Liesje 383 van Aalderink, een Boss-dochter met een diepe voorhand en fijne botten legde beslag op de 1D-positie.

In de derde rubriek kwam Winters Farm Beppe 531 op kop. De Ranger-dochter was breed en diep, liep op beste benen en had veel ruimte voor haar brede achteruier. Liesbeth 42 van Bom volgde op de 1B-positie. De lange, sterke Atomium-dochter had een ruime voorhand en diepe ribben en liep op beste benen. Toos 873 van Schipper kreeg de 1C-positie toebedeeld, een Magister-dochter met een fijne huid en een mooie, soepele uier.

Winter pakte ook de koppositie in de vierde rubriek, weer zo’n rubriek die tot achteraan gevuld was met goede boerenkoeien. De sterke, goed bewaarde Barcley-dochter Winters Farm Nellie 216 verdiende die koppositie met haar royale breedtematen, diepe ribben, goede benen en hellende, brede kruis met veel plaats voor haar imponerende achteruier. Sudena Lieke 3 van Mensink, een melkrijke koe met veel melktype legde beslag op de tweede plaats. Op de derde plaats kwam de mooitypische, evenredige Toos 855 van Schipper, een correcte, harde Finder-dochter met beste benen. De vastgebouwde, diepe, brede Akyol-dochter Joleen 152 van Hoff volgde op 1D, voor de mooitypische Red Cliff-dochter Jetje 413 van de familie Slettenhaar uit Daarlerveen.

Voor de oudste koeien van de keuring was er een aparte productieklasse waarvoor de koeien minstens 70.000 kg melk gegeven moesten hebben. Die werd gewonnen door de oudste koe van de keuring: Neeltje 94 van Bom. De Blitz-dochter produceerde al meer dan 8000 kg vet en eiwit middels een gewone melkplas met daarin gemiddeld 10% vet en eiwit. Een beste koe met veel kwaliteit, een hele beste kop met grote neusgaten en een fraai type. Ze was breed en diep, met een geweldige ribwelving en -diepte, hele beste benen en een goed bewaarde, soepele uier. Ze kreeg de voorstap voor Sudena Abel Maui van Mensink, een grote, lange King Abel-dochter met upstanding en goede benen. De vastgebouwde, mooitypische, brede en diepe Rubicon-dochter De Oosterhof Dg Rose, eveneens van Mensink, legde beslag op de derde plaats.

De uitslag van de productieklasse betekende tevens de uitslag van de kampioenskeuring in deze klasse. Voor de finale in de seniorenklasse bleven vier imponerende koeien over. Voor het kampioenschap was echter maar één kandidate: Truus 1136. De strijd om de resterende titels was een stuk spannender. De reservetitel ging naar Winters Farm Beppe 531, de eervolle vermelding Winters Farm Nellie 216. De Weiteman Dina 264 completeerde het finaleviertal. De strijd voor de beste bedrijfscollectie spitste zich toe tussen de groepen van het drietal van Bom, het viertal van Dekker en het vijftal van Winter, waarbij laatstgenoemde de slag wist te winnen. De strijd om het algemeen kampioenschap ging tussen de twee uitzonderlijke koeien van de dag: middenklaskampioene Tina 7 en seniorenkampioene Truus 1136. Twee buitengewoon beste koeien die de vorm van de dag hadden. Het algemeen kampioenschap ging naar Truus 1136, een fantastische kampioene.