
Gezino Engberts verhoogt eiwitbenutting met zomerstalvoeren en 40% droge stof in de kuil: “Let wel op je voersnelheid”


Gezino runt zijn onderzoeksbedrijf met 215 koeien in Markelo, op ruim 80 hectare. Daarnaast heeft hij nog 10 hectare natuurgrond. “We zitten hier op hoge en droge zandgronden. Al was het afgelopen jaar zelfs hier nat.” Hij melkt zijn koeien met drie melkrobots en heeft naar eigen zeggen een gemiddelde productie.
Metingen
“Ons bedrijf bevond zich eerder in Vriezenveen, in combinatie met een montagebedrijf. Toen we in 2004 hoorden daar weg te moeten, vanwege de stadsuitbreiding van Almelo, richtten we ons op een nieuwe locatie in Markelo. In 2007 kwamen we hierheen en in 2011 bouwden we er een stal bij. In de jaren die daarop volgden, groeiden we met eigen aanfok uit naar 215 koeien.”
Gezino nam het bedrijf op 16-jarige leeftijd over, omdat zijn vader overleed. “Je leert al vroeg in oplossingen te denken. Van 30 naar 215 koeien maakt wel dat je moet kunnen schakelen”, deelt hij daarover.
In 2018 start adviesbureau CLM met metingen op het bedrijf, voor een ander project van het ministerie van LVVN. “Onderzoekers verzamelden informatie middels stalmetingen. Ik ging ook meedoen aan Koe en Eiwit. Via via kwam Netwerk Praktijkbedrijven op mijn pad.”
“Ik zag daar wel een uitdaging in. De sector heeft best wat werk te doen. Ik zeg altijd dat we als boeren al veel gedaan hebben en dat er tegelijkertijd nog meer haalbaar is. Met een project als deze kun je als sector uitstralen dat die bereidheid er is.”
'Met Netwerk Praktijkbedrijven kun je als sector uitstralen dat de bereidheid er is.'
Gezino Engberts
Economisch voordeel
“We waren al sinds 2015 bezig met het verlagen van ruw eiwit in het rantsoen. In een studiegroep van kaasfabrikant Rouveen lag de focus daar al. Dat was voornamelijk uit economisch oogpunt. Minder eiwit voeren levert economische voordelen op.”
“Eiwit is de dure component in een rantsoen, wanneer je deze moet aanvullen. Bijvoorbeeld met een sojaproduct dat van ver moet komen.”
Het maakt dat Gezino bij aanvang van het project op 155 g/kg DS zit. In 2023 zakte hij naar 148 g/kg DS.
“We kwamen erachter dat veel eiwit voeren niet noodzakelijk is. Al melkt het makkelijk. Van vroeger uit is er dan ook de opvatting dat als je er maar genoeg eiwit in stopt, de melk zowat vanzelf komt. Met minder eiwit moet je meer moeite doen om dezelfde opbrengst te behalen.”
Voortgang en bedrijfskenmerken (2020)
Grondsoort: Zand
Totale oppervlakte: 57,91 ha
Derogatie: Ja
Aantal melkkoeien: 200
Intensiteit: 29.894 kg meetmelk / ha
Bedrijfsvoering: Gangbaar
Aantal dagen weidegang: 120 dagen per jaar
Aantal uren weidegang: 6 uren per dag
Energie per koe
“De laatste jaren groeide het inzicht dat we ook met energie kunnen sturen. Verlaag je je eiwit, dan moet je zorgen dat je het energieniveau op een hoog peil houdt.”
Hierin ziet Gezino ook duidelijk verschil in behoeftes per koe. “Je kunt bij koeien die net gekalfd hebben wel iets verder gaan qua eiwitverlaging dan we eerder dachten. Als je er maar energie tegenover hebt staan.”
“Bij de hoogdrachtige koeien voeren wij daarentegen wel hogere eiwitgehaltes. Als je dat niet doet, zakt de melkproductie in, is onze ervaring. Het is zinvol om dit voor jezelf goed in kaart te brengen.”
'Verlaag je je eiwit, dan moet je zorgen dat je het energieniveau op een hoog peil houdt.'
Gezino Engberts
Zomerstalvoeren
“We hebben een huiskavel van zo’n 20 hectare: dat is met 215 koeien vrij intensief om te beweiden. We proberen verschillende mogelijkheden uit, maar het blijft een beperkte hoeveelheid. We kunnen de koeien niet volop weidegras aanbieden.”
Om die reden is Gezino enkele jaren geleden begonnen met zomerstalvoeren. “Het gras met een trekker uit de wei halen en naar de koeien brengen, maakt dat er in totaal toch meer weidegras in de koe komt. Dit vermindert de methaanuitstoot, maar het blijft managen. Je hebt elke week met verschillende waardes van het gras te maken.”
“Met een kuil voer je week na week hetzelfde gras, dat heb je hierbij niet. Zon of nattigheid heeft direct een invloed op je cijfers. Daarnaast geef je in de stal - samen met maïs en kuilgras - een heerlijk product aan de koeien. Dan wordt het weer een uitdaging om je koe te blijven stimuleren naar buiten te gaan.”

40 procent droge stof
Een ander doel van Gezino: 40 procent droge stof in het kuilgras. “Onderzoek toont aan dat droge stofpercentages van hoger dan 40 procent goed zijn voor eiwitbenutting”, verklaart hij.
“Je dient dan wel een hoge voersnelheid te hebben. Toen we weidegras voerden in combinatie met een te grote kuil ging de kwaliteit snel achteruit. Ik dien dus - als ik zoveel mogelijk weidegras wil voeren - in de zomer mijn kuil daarop aan te passen.”
Ook heeft Gezino een groenlabelvloer en een tweede mestrobot ingezet. “De extra mestrobot zorgde direct voor een reductie in de ammoniakemissie. Dat toont aan dat het werkt. Wel dien je scherp te zijn op de verzorging. Met alleen een vloer leggen ben je er niet. Als je niet voldoende schuift kan deze vloer juist voor extra uitstoot zorgen.”
“In de toekomst zouden wij een mestvergister willen hebben om zelf biogas mee op te wekken. Dan brengt het financieel een extra stimulans om mest snel de stal uit te hebben. Het is natuurlijk fijn dat de stal schoner is, dat is ook qua dierwelzijn gunstig. Maar uiteindelijk wil je het ook terugzien in de inkomsten.”
'Als ik zoveel mogelijk weidegras wil voeren, moet ik mijn kuil daar in de zomer op aanpassen.'
Gezino Engberts
Toename in grond én uitstoot
Hoe kan het overigens dat zijn ammoniakemissie in 2022 met 20 procent (t.o.v. 2020) steeg, volgens de cijfers? “Dat is iets kroms. In 2022 kochten we er 22 hectare grond bij. We brengen onze eigen mest nu naar die grond in plaats van bijvoorbeeld een akkerbouwer.”
“Daardoor wordt de emissie op het veld bij ons erbij gerekend. We zijn extensiever geworden, maar de totale emissie op bedrijfsniveau neemt dan in de cijfers toe.”
Efficiëntie
Welke doelen heeft Gezino aankomende jaren? “Ik probeer minder kunstmest in te zetten. Wij zijn nog aan het onderzoeken hoe ver we daar in kunnen gaan. Je moet dan andere manieren vinden om de bodem te verzorgen. Mede hierom willen we de bodemvruchtbaarheid verbeteren.”
“En het bedrijf verder optimaliseren. We hopen de productie te verhogen. Daarin hopen wij - in combinatie met het lagere eiwitgehalte - op nog een stukje efficiëntie.”
“Ik heb ook stappen gezet naar een onafhankelijke voeradviseur die niet gebonden is aan commercie. Hij, en ook andere adviseurs bevestigen, dat er hier op het bedrijf meer mogelijk zou kunnen zijn qua productie. De koeien zijn er, de stal is er. Waar zit het hem in dat dit nog niet lukt? Wie weet zijn er dan ook nog punten te pakken in de verlaging van emissies.”
Hoe blijf ik op de hoogte van het Netwerk Praktijkbedrijven?
Schrijf je hier in voor de nieuwsbrief en blijf op de hoogte van alle ontwikkelingen.
Beeld: Harry Kolenbrander
Bron: netwerkpraktijkbedrijven.nl