Melkvee.nl logo
  • Nieuws
  • Marktcijfers
  • Video's
  • Dossiers
  • Kennispartners
  • Vakblad
  • Top
  • Evenementen
  • Praktijk
  • Het LeerErf

  • Menu
Netwerk Praktijkbedrijven logo
  • Home
  • Nieuws
  • Over Netwerk Praktijkbedrijven
  • Contact
Netwerk PraktijkbedrijvenVoerLager ruw eiwit, de koe kan het aan!

Lager ruw eiwit, de koe kan het aan!

Rantsoen bij Netwerk-deelnemer Rijk Baltus
Koeien aan het voerrek bij Netwerkdeelnemer Rijk Baltus. Beeld: Netwerk Praktijkbedrijven
Het verlagen van het ruw eiwit in het rantsoen is een belangrijke maatregel om de ammoniakuitstoot te verminderen. Met goede voeding kan de koe een rantsoen met 150 g ruw eiwit aan.
Relatie tussen ruw eiwit-totaal in g/kg DS en ammoniakemissie in kton- Netwerk Praktijkbedrijven
Figuur 1: relatie tussen ruw eiwit-totaal in g/kg DS en ammoniakemissie in kton. Beeld: Netwerk Praktijkbedrijven

Wat er niet in gaat, komt er ook niet uit

In Netwerk Praktijkbedrijven is het streven 30% reductie van ammoniak- en methaanemissie. De koe en het rantsoen zijn daar een belangrijke factor in.
Van de stikstof in het voer gebruikt de gemiddelde Nederlandse koe rond de 25% voor melk en groei. De overige 75% komt terecht in mest en urine. Uit jarenlang onderzoek van Koeien & Kansen blijkt dat de stikstofefficiëntie toeneemt bij minder eiwit in het voer. Ook uit data van CBS & CLO blijkt dat er een relatie ligt tussen ruw eiwit en ammoniakuitstoot (zie figuur 1).

Waarom 150 g ruw eiwit

Om 30% reductie te behalen, moeten alle zeilen worden bijgezet. Als vuistregel voor de relatie tussen ruw eiwit en ammoniakreductie kun je hanteren: 1 g ruw eiwit per kg droge stof minder is 1% minder ammoniak uitstoot. De 40 Netwerkbedrijven hadden volgens de KringloopWijzer-cijfers in 2020 gemiddeld 165 g ruw eiwit in het rantsoen.

Het doel in 2025 is 150 g ruw eiwit. Dat is dus 15 gram ruw eiwit minder en dus ook 15% minder ammoniakuitstoot. Daarmee is de helft van de doelstelling van Netwerk Praktijkbedrijven voor ammoniak gehaald.

Melkproductie op peil

Voor de optimalisatie van het rantsoen moeten we niet denken in ruw eiwit, maar in OEB (onbestendig Eiwit Balans) en DVE (Darm Verteerbaar Eiwit). Als je flink daalt in DVE ging men er altijd van uit dat de melkproductie ook stevig daalt.

Nieuw onderzoek heeft aangetoond dat de DVE-behoefte van de koe voor een bepaalde melkproductie anders is dan hoe een koe werkelijk reageert op een daling in DVE. De koe regelt veel zelf en er zit dus speelruimte in verlagen met DVE voordat het grote effecten heeft op de melkproductie. Daarnaast zijn energie en eiwit uitwisselbaar. Als je daalt in DVE kun je met VEM sturen om de melkproductie op peil te houden. Hoe dat werkt laat onderzoeker Harmen van Laar in de animatie hiernaast zien.

Animatie RE verlagen: eiwit en energie zijn uitwisselbaar - NPB
Animatie RE verlagen: eiwit en energie zijn uitwisselbaar - NPB
YouTube toestemming
Het bekijken van deze video kan ertoe leiden dat cookies worden geplaatst door de aanbieder van deze video. Momenteel zijn jouw voorkeuren zo ingesteld dat je geen toestemming hebt gegeven om deze cookies te plaatsen, daarom kan je de inhoud niet bekijken. Wil je dat toch? Klik dan op de onderstaande knop om alsnog toestemming te geven.

Diergezondheid

Vaak worden een dalende melkproductie, verlaagde weerstand van de koe en groei- en ontwikkelingsstoornissen bij embryo’s en dieren in de groei als bedreigingen gezien bij het verlagen van het ruw eiwit. Gerrit Hegen, De Boerenveearts, stelt dat de koe 150 g ruw eiwit aankan, mits aan de volgende randvoorwaarden zijn voldaan:

  • Uitstekende voorbereiding op lactatierantsoen in droogstand en transitie;
  • Topkuilen en een goede kwaliteit weidegras, focus op VEM en eiwitkwaliteit;
  • Stabiele pensfunctie, rustige vertering met balans in penseiwit en pensenergie;
  • Voldoende VEM in de vorm van glucogene energie;
  • Per diergroep balans in eiwit, mineralen en vitamines;
  • Omdenken: de nieuwe lactatie begint al in de oudmelkte fase.

Goed ruwvoer en een gerichte aanvulling van eiwit via krachtvoer borgt een goede en persistente melkproductie. Dat zorgt er ook voor dat de koe niet te vet wordt, waardoor je de volgende lactatie makkelijker ingaat.

Lager ruw eiwit in het rantsoen? Ja dat kan! - NPB
Lager ruw eiwit in het rantsoen? Ja dat kan! - NPB
YouTube toestemming
Het bekijken van deze video kan ertoe leiden dat cookies worden geplaatst door de aanbieder van deze video. Momenteel zijn jouw voorkeuren zo ingesteld dat je geen toestemming hebt gegeven om deze cookies te plaatsen, daarom kan je de inhoud niet bekijken. Wil je dat toch? Klik dan op de onderstaande knop om alsnog toestemming te geven.

Stappen naar een lager eiwitgehalte in het rantsoen

Ga niet in een keer naar 150 g ruw eiwit, maar denk in stappen van ongeveer 10 g ruw eiwit per kg droge stof vermindering. De OEB moet naar 0; dat geeft voldoende veiligheidsmarge. De DVE moet 100% de behoefte van de koe dekken. Die behoefte wordt berekend op basis van lichaamsgewicht, melkproductie en melkeiwitgehalte. Ondersteun de melkproductie met energierijke voeders in de vorm van glucogene energie. Evalueer elke stap op samenstelling van het rantsoen, het productieniveau en diergezondheid. De koe kan het aan om naar die 150 g ruw eiwit te bewegen; ze is flexibel met eiwit. De melkproductie daalt niet zo hard als verwacht en is te compenseren met energie.

Webinar gemist of terugkijken?

Onderzoeker Harmen van Laar van Wageningen University & Research en Boerenveearts Gerrit Hegen laten zien in een webinar van Netwerk Praktijkbedrijven dat de koe een rantsoen met 150 g ruw eiwit aankan, met goede voeding en ondersteuning van de melkproductie.

Zie de terugkijklink van het webinar en de presentaties hieronder.

Webinar 'Lager ruw eiwit, de koe kan het aan!' - 17 maart 2022
Webinar 'Lager ruw eiwit, de koe kan het aan!' - 17 maart 2022
YouTube toestemming
Het bekijken van deze video kan ertoe leiden dat cookies worden geplaatst door de aanbieder van deze video. Momenteel zijn jouw voorkeuren zo ingesteld dat je geen toestemming hebt gegeven om deze cookies te plaatsen, daarom kan je de inhoud niet bekijken. Wil je dat toch? Klik dan op de onderstaande knop om alsnog toestemming te geven.
Download de presentatie van onderzoeker Harmen van Laar
Download de presentatie van de boerenveearts Gerrit Hegen

Methaan reduceren

In bovenstaand webinar ligt de focus op het verlagen van het ruw eiwitgehalte. De eerste stap in laag eiwit voeren gaat via verbeteren van de totale stikstofefficiëntie op het bedrijf. Deze stap gaat hand in hand met verlagen methaan. Dit kan tot 10% oplopen.

Begrippenlijst

  • OEB = Onbestendige Eiwit Balans en geeft aan hoeveel eiwit en energie er in de pens beschikbaar komt en of deze twee in balans zijn. Op rantsoenniveau is OEB een heel belangrijk kenmerk. Veel factoren hebben invloed op het OEB gehalte in gras: zonlicht, temperatuur, bemestingsniveaus, maaihoogte en droge stof gehalte.
  • DVE = Darm Verteerbaar Eiwit is de maat voor de hoeveelheid eiwit die beschikbaar en verteerbaar is in de dunne darm. De koe maakt van DVE uiteindelijk melk en melkeiwit.
  • Glucogene energie = het bestanddeel in het voer dat de koe omzet naar glucose en vervolgens gebruikt voor lactoseproductie. Als het rantsoen voldoende glucogene energie bevat, blijft de conditie van de koeien en de melkproductie op peil.
  • CLO = Compendium voor de Leefomgeving

Wat zijn goede zetmeelbronnen in het rantsoen?

In principe zijn alle zetmeelbronnen geschikt, maar er is een bovengrens in het gebruik ervan. Als er teveel fermenteerbaar zetmeel in het voedermiddel aanwezig is, wordt de fermentatie in de pens te hoog. Als er teveel bestendig zetmeel in het voedermiddel zit, wordt de fermentatie in de dikke darm te hoog.

Zetmeelbronnen als gemalen tarwe en gerst zijn snel fermenteerbaar. Geplette vormen van deze granen en ook soda grain zijn minder snel fermenteerbaar. Een goede zetmeelbron met relatief meer bestendig zetmeel, waardoor er minder kans op overmatige fermentatie in de pens is, is gemalen korrelmais. Maïssilage kan ook goed passen, afhankelijk van de mogelijkheid deze op het bedrijf te verbouwen.

De CVB-veevoedertabel geeft voor veel producten de hoeveelheid bestendig zetmeel aan. Het is aan te raden de hoeveelheid van zetmeelrijke producten vast te stellen op basis van een rantsoenberekening, waarbij met maximum normen voor fermenteerbare koolhydraten en bestendig zetmeel gerekend wordt.

Wat is het ideale VEM-gehalte om bij 150 g ruw eiwit te voeren?

Gemiddeld is 970 VEM /kg drogestof een goede richtlijn bij een ruw eiwit (totaal) van 150 g in het rantsoen. Echter, hogere VEM gehaltes, wanneer deze zonder problemen met pensverzuring en vervetting aan het eind van de lactatie gevoerd worden, zullen de melkproductie extra ondersteunen.

Waar is het lastiger om een ruw-eiwitgehalte van 150 g in het rantsoen te halen: in het veenweidegebied met 100% grasrantsoen of in maisgebieden met 25 tot 50% snijmais in het rantsoen?

Het veenweidegebied geeft inderdaad een andere rantsoenuitdaging dan andere gebieden. Een basisrantsoen van alleen gras maakt het lastiger om op 150 g ruw eiwit in het rantsoen uit te komen. Dat betekent dat de ruwvoerstrategie in het veenweidegebied nog belangrijker is, omdat je naderhand minder kunt compenseren in het rantsoen. Er zijn wel voorbeelden van bedrijven in veenweidegebied die rond de 150 ruw eiwit g/kg drogestof rantsoen uitkomen. Dit is te bereiken met een combinatie van scherpe ruw-eiwitgehalten in het (verse) gras, bijvoeding met een hoge VEM-waarde en krachtvoer met lage ruw-eiwitgehalten. Het verhogen van het ruw-eiwitgehalte in het rantsoen is eenvoudiger uit te voeren dan het verlagen. Houd daar rekening mee met de bemesting en oogst van het gras.

Beeld: Harry Kolenbrander

Bronnen: www.netwerkpraktijkbedrijven.nl, CBS, CLO data, Eurofins Agro

Deel dit artikel
Twitter
Facebook
LinkedIn
WhatsApp
E-mail
Netwerk Praktijkbedrijven
Ruim 100 melkveehouders zetten in Netwerk Praktijkbedrijven stappen om de uitstoot van ammoniak en methaan te verminderen. Vanaf 2021 combineren zij praktijkonderzoek en een integrale aanpak om een pakket met haalbare maatregelen samen te stellen. De basis ligt bij rantsoen, maar ook stal, beweiding en het uitrijden en opslaan van mest worden onderzocht. Wat werkt en wat werkt niet? Volg de ontwikkelingen van de deelnemers en ontdek wat past bij jouw bedrijf.

Netwerk Praktijkbedrijven is een initiatief van LTO Noord en Wageningen University & Research en maakt deel uit van het programma ‘Integraal Aanpakken’. Het project wordt gefinancierd door het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN).
Lees verder
Economie
  • Trends
  • Markt
  • Agribusiness
  • Maatschappij
Beleid
  • Politiek
  • Zuivel
Stal
  • Staltypen en inrichting
  • Automatisering
  • Melkwinning
Voer
  • Ruwvoer
  • Mengvoer en bijproducten
  • Weidegang
  • Bodem en bemesting
  • Gewas
  • Oogst
  • Voeren
Gezondheid
  • Aandoeningen
  • Medicijnen
  • Ziektepreventie
Fokkerij
  • Fokwaarden
  • Paringssystemen
  • Rassen/kruisen
  • Evenementen
Jongvee
  • Gezondheid
  • Huisvesting
  • Voeding
Mechanisatie
  • Voederwinning en bemesting
  • Voeren
  • Tractoren, shovels en verreikers
Melkvee.nl © 2025 - Uitgave van Agrio Uitgeverij B.V. - RSS | Privacyverklaring | Disclaimer | Algemene voorwaarden | Adverteren | Abonneren | Contact redactie | Klantenservice | Cookie instellingen
  • Nieuws
    • Home
    • Economie
      • Trends
      • Markt
      • Agribusiness
      • Maatschappij
    • Beleid
      • Politiek
      • Zuivel
    • Stal
      • Staltypen en inrichting
      • Automatisering
      • Melkwinning
    • Voer
      • Ruwvoer
      • Mengvoer en bijproducten
      • Weidegang
      • Bodem en bemesting
      • Gewas
      • Oogst
      • Voeren
    • Gezondheid
      • Aandoeningen
      • Medicijnen
      • Ziektepreventie
    • Fokkerij
      • Fokwaarden
      • Paringssystemen
      • Rassen/kruisen
      • Evenementen
    • Jongvee
      • Gezondheid
      • Huisvesting
      • Voeding
    • Mechanisatie
      • Voederwinning en bemesting
      • Voeren
      • Tractoren, shovels en verreikers
  • Marktcijfers
  • Video's
  • Dossiers
  • Kennispartners
  • Vakblad
    • Jaargangen
    • Verschijningsdata
    • Abonneren
  • Top
  • Evenementen
  • Praktijk
  • Het LeerErf
Top