
De eerste snijmaïs is bijna oogstrijp

De maïsoogst in Nederland komt dit jaar eerder op gang dan gemiddeld. Volgens Groot Koerkamp bevat snijmaïs landelijk half augustus ongeveer 25 procent droge stof. „In sommige regio’s, zoals in het zuiden van Nederland, zijn een aantal percelen zelfs al zo ver dat ze vóór september geoogst zullen zijn,” zegt hij. „Vooral in percelen met zeer vroege maïsrassen die half april zijn ingezaaid,” legt Groot Koerkamp uit.
Maar ook percelen die rond eind april zijn gezaaid, zijn volgens hem dit jaar eerder oogstrijp. „De maïs is nu snel aan het afrijpen. Wie nog niet heeft gepland, doet er goed aan daar deze week mee te beginnen.”
Kwaliteit over het algemeen goed
Ondanks het droge voorjaar is de kwaliteit volgens Groot Koerkamp bovengemiddeld. „Zeker de kolf ziet er goed uit, want rond de bloei is er op de meeste plekken wat regen gevallen. Het kolfaandeel – dus het zetmeel – is met zeker 60 procent van de totale droge stof best hoog.
Sommige percelen hebben het door de droogte, zeker in het zuiden van Nederland, wel wat zwaar, maar gemiddeld verwacht ik toch een goede kwaliteit,” aldus Groot Koerkamp. „De zetmeelgehaltes lijken veelbelovend, al kan dat per perceel verschillen.”
Hij ziet dat meer telers rekening houden met de vanggewasverplichting en daarom voor vroege rassen kiezen.
Advies: oogstmoment goed plannen
Dit jaar hebben veel melkveehouders veel gras van goede kwaliteit gewonnen. Het juiste oogstmoment is daarom volgens Groot Koerkamp cruciaal voor een goede kuil. Te vroeg oogsten betekent minder opbrengst en zetmeel; te laat oogsten kan leiden tot overrijpe planten. „Richt je op 35 à 36 procent drogestof,” adviseert hij. „Je kunt dat zien met onze tool Agrility, maar ga vooral ook het perceel in om te beoordelen hoe de maïs erbij staat en hoever de afrijping van de kolf is.”