Meer jonge melkveehouders aan het roer, maar vergrijzing blijft groot

In de landbouw stonden niet alleen meer jongeren aan het roer van een bedrijf, ook het aantal bedrijfshoofden en bedrijfsleiders van 67 jaar of ouder steeg de afgelopen tien jaar. Van 17 procent in 2015 naar 21 procent dit jaar. Dat betekent dat inmiddels ruim één op de vijf boeren de officiële AOW-leeftijd heeft bereikt of overschreden.
De groei van zowel jonge als oude boeren wijst op een tweedeling in de sector: aan de ene kant een beperkte, maar groeiende instroom van jonge boeren die bedrijven overnemen of starten, aan de andere kant een forse groep oudere ondernemers die langer actief blijft. De groep in de ‘middenfase’ neemt juist af.
Lees verder onder de afbeelding
Akkerbouw meest vergrijsd
De akkerbouw blijft de sector met het kleinste aandeel jonge ondernemers. Van de ruim 11,6 duizend akkerbouwbedrijven wordt ruim 8 procent geleid door iemand jonger dan 40 jaar. Meer dan 30 procent van de akkerbouwers is juist 67 jaar of ouder, waardoor deze sector de hoogste vergrijzing kent.
De meeste jonge ondernemers zijn te vinden in de varkens- en pluimveehouderij. Van de ruim 3,2 duizend hokdierbedrijven heeft 12,4 procent een jonge boer aan het hoofd. Met 8,8 procent is het aandeel oudere ondernemers in deze sector het laagst.
In de melkveehouderij en andere graasdierbedrijven is bijna 10 procent van de ondernemers jonger dan 40 jaar. Deze sector telt in totaal zo’n 23,5 duizend bedrijven, waarvan één op de vijf geleid wordt door een 67-plusser.
Lees verder onder de afbeelding
Jonge boeren vaker aan hoofd grotere bedrijven
De cijfers van het CBS laten zien dat jonge boeren relatief vaker aan het hoofd staan van grotere landbouwbedrijven. In 2025 zijn er bijna 15 duizend bedrijven met een standaardopbrengst (SO) van 500 duizend euro of meer. In deze omvangsklasse is 14 procent van de bedrijfshoofden of bedrijfsleiders jonger dan 40 jaar. Ter vergelijking: gemiddeld in de landbouw ligt dat aandeel op 10 procent.
Bij kleine en middelgrote bedrijven is het aandeel jonge ondernemers lager. Zo heeft in de klasse van 3 tot 25 duizend euro SO slechts 8,3 procent een jonge boer aan het roer. In de categorie van 25 tot 100 duizend euro SO is dat 7,8 procent.
Opvallend is dat de vergrijzing juist het laagst is bij de grootste bedrijven: slechts 9 procent van de bedrijfshoofden of bedrijfsleiders in de hoogste SO-categorie is 67 jaar of ouder. Op de kleinste bedrijven loopt dat aandeel op tot bijna 40 procent.
Jonge boeren vooral actief in tuinbouwgebieden
Het aandeel jonge boeren in Nederland verschilt sterk per regio. In het Westland en de Zuid-Hollandse Droogmakerijen wordt 15 procent van de landbouwbedrijven geleid door iemand jonger dan 40 jaar. Volgens het CBS is dat het hoogste percentage in het land. De concentratie van tuinbouwbedrijven in dit gebied speelt daarbij een grote rol.
Ook in de Noordoostelijke polder en het Zuidwestelijk Weidegebied in Drenthe is de verjonging bovengemiddeld. In beide regio’s staat 14 procent van de bedrijven onder leiding van een jonge ondernemer. Het Centraal Tuinbouwgebied in Utrecht volgt met 13 procent.
Aan de andere kant van het spectrum bevindt zich het Westelijk Rijnland. Daar is slechts 6 procent van de bedrijfshoofden of bedrijfsleiders jonger dan 40 jaar.