Europese landbouwbegroting levert flink in; wel meer geld voor inkomenssteun

Von der Leyen wil het EU-landbouwbudget met de bijbehorende landbouwsubsidies vervangen door een megafonds met daarin ook geld voor andere doeleinden dan de landbouw, meer bepaald voor ”Nationale en Regionale Partnerschapsplannen”.
Inkomenssteun groeit
Ondanks flinke bezuinigingen op het totale landbouwbudget, neemt het budget dat beschikbaar is voor directe inkomenssteun als directe betalingen en eco-regelingen toe van 291 naar 300 miljard euro. Dit geld was in het verleden, maar blijft ook in de toekomst gelabeld als geld voor de landbouw. Maar dat is slechts een deel van het GLB.
Het geld voor het andere deel van het GLB gericht op plattelandsontwikkeling wordt in tegenstelling tot wat nu gebruikelijk is niet meer gelabeld. Binnen dit deel valt onder andere het geld dat kan worden ingezet voor steun aan jonge boeren en ANLb.
Hoewel lidstaten meer vrijheid krijgen bij verdelen van Europees geld, hoeft dat niet te betekenen dat al het geld uit de landbouw verdwijnt. Theoretisch zou het zelfs zo kunnen zijn dat lidstaten juist meer geld uit gaan geven aan plattelandsontwikkeling.
Meer zeggenschap voor individuele lidstaten
Onder het nieuwe voorstel moeten lidstaten nog steeds verplicht investeren in een aantal maatregelen, zoals betalingen voor jonge, kleine en biologische boeren, crisismaatregelen, en betalingen voor milieu en klimaat. De verdeling tussen deze betalingen blijft echter aan de landen zelf. Deze ruimte, gecombineerd met een kleiner budget, kan ertoe leiden dat er meer verschil komt in de landbouwsubsidies tussen lidstaten.
De hectaretoeslagen zullen, volgens eerder deze week uitgelekte stukken, meer toebedeeld moeten worden aan kleinere ondernemers. Bedragen boven de 20.000 euro worden met 25 procent gekort, bedragen boven de 50.000 euro met 50 procent en bedragen boven de 75.000 euro met 75 procent. Daarbij stelt de Commissie ook nog een plafond voor directe betalingen in, op 100.000 euro.
Extra steun voor jonge boeren
Voor jonge boeren lijken de nieuwe plannen positief uit te pakken. Eurocommissaris Hansen kondigde expliciet aan dat het budget voor jonge boeren binnen het GLB verdubbeld wordt van 3 naar 6 procent. Met deze verdubbeling komt er aanzienlijk meer ruimte om jonge boeren gericht te ondersteunen bij bedrijfsovername, investeringen en innovatie.
De NAJK reageert positief op dit voornemen. Tegelijkertijd maken zij zich ook zorgen over de verlaging van het totale budget. ‘Een verlaging van het budget voor plattelandsontwikkeling dreigt het gemeenschappelijke karakter van het GLB verder te verwateren’, stelt het NAJK in een reactie. ‘Daarmee wordt het risico op een ongelijk speelveld tussen boeren in verschillende EU-landen groter. Een Nederlandse boer zou hierdoor met strengere eisen kunnen worden geconfronteerd dan zijn collega over de grens. NAJK vindt dat onacceptabel: het GLB moet boeren in Europa gelijke kansen bieden.’
Bedrijfsovername makkelijker maken
Het NAJK roept het ministerie van LVVN, het ministerie van Financiën en de leden van de Tweede Kamer op, om de geboden ruimte in de Europese voorstellen om te zetten in concrete, praktische maatregelen binnen het Nationaal Strategisch Plan. ‘Daarbij is het essentieel dat jonge boeren en tuinders optimaal profiteren van de verdubbeling van het budget waardoor bedrijfsovernames weer makkelijker worden. Tegelijkertijd moet worden voorkomen dat Nederland met extra nationale eisen het speelveld voor Nederlandse boeren oneerlijk zwaarder maakt dan dat van collega’s in andere lidstaten’, schrijft het agrarisch jongerenkontact in een reactie op de voorstellen. ‘Ons doel is en blijft: een landbouwbeleid dat jonge boeren en tuinders niet alleen noemt, maar ook echt verder helpt.’
LTO maakt zich zorgen over invloed nationale politiek
Ook LTO Nederland reageerde op de voorstellen van de Europese Commissie. Voorzitter Ger Koopmans laat in een eerste reactie weten: ‘De begrotingsvoorstellen brengen veel onzekerheid met zich mee voor boeren en tuinders. Op het moment dat de hoogte en invulling van landbouwgelden zo ver aan individuele landen wordt overgelaten, wordt investeringszekerheid en voedselzekerheid afhankelijk van nationale politiek. Terwijl boeren en tuinders juist opereren in een gezamenlijke Europese markt. Zo verliest het gemeenschappelijk landbouwbeleid haar gemeenschappelijkheid. De forse verlaging van de landbouwbegroting op Europees niveau betekent bovendien minder investeringen in vergroening en verduurzaming.’
LTO blijft strijden voor een gemeenschappelijk beleid
De komende jaren staan in het teken van onderhandelen over de begrotingsvoorstellen van de Europese Commissie. LTO Nederland zet in op het behoud van een gemeenschappelijk GLB en een gelijk speelveld tussen lidstaten. Daarnaast pleit LTO ervoor om de gelden zo veel mogelijk in te zetten voor programma’s die doelsturing stimuleren en ondernemers helpen met innoveren en verduurzamen.

Tekst: Wim van Gruisen
Zoon van een Zuid-Limburgse pluimveehouder met eigen slachterij, geschoold als econoom. Sinds 2011 in dienst van Agrio, waar hij artikelen schrijft voor de regio- en vakbladen en de Agrio-websites. Zijn focus lag aanvankelijk op landbouweconomie, tegenwoordig vooral op de Haagse en Brusselse politiek.

Tekst: Hermien van der Aa
Woont en werkt op een melkveebedrijf in Hernen met als neventakken educatie en zorglandbouw. Sinds 2020 parttime redacteur melkvee bij Agrio, waar ze hoofdzakelijk schrijft voor de website melkvee.nl, het vakblad Melkvee en de regiobladen
Tekst: Jan Schils
Beeld: Ellen Meinen