
Effectieve zomerbemesting vraagt om geduld en precisie

De stikstofwerking op jaarbasis wordt in belangrijke mate bepaald door een vroege toediening in het seizoen en een nette uitvoering. Wanneer mest vóór 1 juli wordt toegediend, levert dat gemiddeld tien procent meer stikstofwerking op jaarbasis op.
Bij een gift van 40 kuub per hectare betekent dat al snel een plus van zo’n tien kilo extra stikstof per hectare, wat overeenkomt met veertig kilo kunstmeststikstof (KAS). Deze extra opbrengst aan stikstof is alleen te realiseren wanneer de toediening zorgvuldig gebeurt. Dat betekent dat bij zodenbemesting de mest volledig in een smalle sleuf moet zitten, zonder bol te staan of het gras te besmeuren. Bij sleepvoetbemesting is het belangrijk dat de mest keurig tussen het gras wordt afgelegd, in smalle banen.
Bemest niet te vroeg bij droogte
Omdat toediening vóór juli dit jaar niet overal mogelijk was, is extra aandacht nodig bij zomerse mestgiften. In veel regio’s zijn de omstandigheden momenteel droog, waardoor de toplaag van de bodem is uitgedroogd.
In zulke gevallen is het verstandig om te wachten met bemesten tot er voldoende neerslag is gevallen of tot beregening de bodem weer vochtig heeft gemaakt. Alleen dan kan een goede sleuf worden gemaakt, zonder dat de mest op het gras blijft liggen.
Een te droge toplaag leidt niet alleen tot risico op verbranding en schade aan het gras, maar beperkt ook de opname van stikstof. Het gevolg is een stikstofwerking die kan dalen tot minder dan 25 procent, wat bij een gift van één kuub mest neerkomt op slechts één kilo effectieve stikstof.
Praktische tips
Bij goede omstandigheden is het raadzaam om de mestgift te beperken tot maximaal 15 kuub per hectare. Dit geldt zowel voor zodenbemesting als voor het gebruik van sleepvoetbemesting. Lage giften zijn bovendien beter te doseren wanneer de mest wordt verdund met water, bijvoorbeeld tot een totaalvolume van 15 kuub.
Verder is het belangrijk om gras niet langer dan tien centimeter te laten zijn tijdens de toediening en om vooraf te controleren of de machine goed is afgesteld. Dikke mest kan worden verdund voor een beter werkresultaat en het mengen van de laatste mest in de put voorkomt variatie in samenstelling.
Zorg daarnaast voor voldoende opslagcapaciteit, zodat mest ook later in het seizoen op een geschikt moment kan worden toegediend of worden afgevoerd.
Voor een geslaagde zomerbemesting zijn dus timing, uitvoering en bodemomstandigheden bepalend. Wacht op het juiste moment, voer nauwkeurig uit en pas de gift aan op de omstandigheden.

Tekst: Stefan Buning
Geboren en getogen op een melkveebedrijf in de Achterhoek. Sinds 1998 werkzaam als redacteur bij Agrio. Als chef Melkvee is hij samen met zijn team verantwoordelijk voor het kritisch volgen van alles wat er in en om de melkveehouderij in Nederland gebeurt.
Beeld: Ellen Meinen
Bronnen: Commissie Bemesting Grasland, Bemest op z’n Best, Voedergewassen